Na 23 jaar lijkt er een einde te komen aan de Europese Supermono klasse. De European Supermono Association (ESA) heeft besloten volgend jaar geen wedstrijden meer te organiseren vanwege sterk teruglopende deelnemers aantallen.
De Europese Supermono Cup voor 1 cilinder motoren werd in 1995 opgericht door de Brit Alan Cathcart en sinds 2002 is de ESA gesitueerd in Nederland verantwoordelijk voor het organiseren van de wedstrijden die onder de auspiciën van FIM Europe verreden worden.
In het verleden bouwden fabrikanten als MuZ en Ducati zelfs speciale racemotoren om deel te nemen aan deze ooit zo populaire raceklasse.
“Om break even te draaien moeten er per wedstrijd minimaal 25 deelnemers aan de start staan en dat aantal halen we helaas bij lange niet meer terwijl we wel financieel garant moeten staan bij de circuits waar we te gast zijn. Sponsoren hebben we al lang niet meer en het organiseren van de wedstrijdkalender is puur vrijwilligers werk uit liefde voor de sport,” aldus Evert van de Beek. Hij en Serine Stevens, samen verantwoordelijk voor het EK Supermono sinds collega organisator Wim Hendriks in 2015 uit de organisatie stapte.
De klasse besloeg jarenlang een serie van circa 5 internationale evenementen met 2 races per weekend. De vaste deelnemers kwamen uit Nederland, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Oostenrijk, Tsjechië en Italië. In het recente verleden reden de Supermono’s regelmatig in het bijprogramma van menig MotoGP, IDM, BSB en WK Endurance weekend.
Alle race motoren waren prototypes wat de race klasse voor liefhebbers van techniek en snelheid interessant maakte. Zo maakten het HTS team uit Arnhem en de TU Delft jarenlang een vast bestanddeel uit van het deelnemersveld waarbij de studenten hun racemotor onderdeel van de studie mochten maken.
Voor het sterk teruglopende aantal deelnemers heeft de organisatie wel een verklaring:
“Veel rijders zijn niet meer bereid zich financieel te committeren voor een heel seizoen en pikken hier en daar een wedstrijd mee op hun favoriete circuit. Daarnaast is er in de meeste Europese landen bovendien geen nationale Supermono klasse meer, waardoor er geen doorstroming naar het EK is. Ook kiezen steeds meer jonge coureurs en hun begeleiders voor een standaard Moto3 klasse. Het bouwen van een 1 cilinder prototype race motor kost naast geld, ook veel bloed, zweet en tranen, dat lijken steeds minder coureurs ervoor over te hebben’’.
Naast de MotoGP is de Supermono klasse de enige 4-takt prototype klasse. Het doek lijkt nu na 23 jaar echt te vallen.
