Gedurende hun carrières moesten de Kawasaki-coureurs Gregg Hansford en Jean-François Baldé het voornamelijk afleggen tegen een merkgenoot. Waar de Australiër net niet sterk genoeg was voor Kork Ballington, moest de Fransman zijn meerdere erkennen in Anton Mang. Terwijl Ballington en Mang er met de titels vandoor gingen, moesten Hansford en Baldé uiteindelijk genoegen nemen met een tweede plaats als beste eindklassering.
In 1980 zien we Hansford nauwelijks meer terug in het wereldkampioenschap wegrace, maar vanaf datzelfde moment doet Baldé wel voor het eerst echt van zich spreken, zowel in de 250- als in de 350cc klasse aan boord van zijn Kawasaki. Hij heeft daarbij dat jaar overigens nog niet de beschikking over officieel fabrieksmateriaal.
Bij de kwartliters is dat jaar niemand opgewassen tegen Mang op zijn Kawasaki (Krauser Racing Team). De Duitser eindigt tijdens iedere GP op het podium, waaronder vier overwinningen. Ballington wordt met zijn Kawasaki op gepaste afstand tweede in de eindstand, na onder andere ook vijf races gewonnen te hebben, maar daarnaast tevens gedurende een heel aantal races geen punten gepakt te hebben. Ook op de derde plek zien we dat jaar een Kawasaki-rijder terug en wel in de persoon van Baldé. De Fransman weet onder andere zowel tijdens de openingsrace in Italië als tijdens de laatste race in West-Duitsland tweede te worden en tevens finisht hij als derde in Tsjechoslowakije, wat hem uiteindelijk dus een nette derde plaats in de eindrangschikking oplevert.
Bij de 350cc’s gaat het in 1980 tussen de Bimota/Yamaha van de Zuid-Afrikaan Jon Ekerold en de Kawasaki van Mang. Het is Ekerold die dit gevecht tijdens de laatste GP van het seizoen uiteindelijk net in zijn voordeel weet te beslissen. Baldé is ook in deze klasse dat jaar ‘the best of the rest’, waarmee hij andermaal derde wordt in de eindrangschikking op behoorlijke afstand ten opzichte van de twee beste rijders, met als beste resultaat een tweede plek in Tsjechoslowakije.
Hansford zien we dat jaar dus slechts een zeer beperkt aantal keren terug aan de start van de GP’s voor Kawasaki. Zo neemt hij allereerst eenmalig deel aan de GP van Groot Brittannië bij de halveliters (Kawasaki neemt vanaf 1980, met Ballington als haar vaste rijder, ook deel aan de 500cc klasse), waar de Australiër zich echter niet in de punten weet te rijden. Vervolgens is hij er ook in West-Duitsland eenmalig bij in de 350cc klasse tijdens de laatste race van het seizoen, waar hij moet fungeren als versterking voor Mang. Op de Nürburgring wordt Hansford uiteindelijk vijfde, wat hem toch nog op een vijftiende plek in de eindstand doet belanden.
Baldé zien we in 1981 opnieuw terug in zowel de 250- als de 350cc klasse. Daarbij heeft hij dit jaar wel de beschikking over fabrieksmateriaal van Kawasaki (Kawasaki Motors France).
In de 250cc klasse is dat jaar niemand opgewassen tegen Mang, ook weer rijdend op een fabrieks-Kawasaki (Kawasaki Motor GmbH). Het is Baldé die de openingsrace in Argentinië nog weet te winnen, waarmee zijn eerste GP-zege een feit is, maar daarna is het bijna één en al Mang dat de klok slaat. Alleen in Italië finisht hij als derde, maar verder weet hij alle GP’s te winnen, waarmee hij op een zeer overtuigende manier zijn wereldtitel bij de kwartliters weet te prolongeren. Na zijn zege in Argentinië blijft Baldé echter ook goed presteren. Zo pakt hij onder andere nog een aantal tweede en derde plekken en tevens is hij de enige 250cc-coureur die zich dat jaar tijdens elke race in de punten weet te rijden. Baldé wordt dat jaar dan ook knap vice-wereldkampioen bij de kwartliters, zij het wel op ruime afstand van Mang.
Ook bij de 350cc’s is Mang in 1981 een klasse apart, wat hem ook in deze categorie de titel doet opleveren. Om de tweede plek in de eindstand wordt dat jaar gestreden door regerend-kampioen Ekerold, de Fransozen Baldé en Fernandez en de Venezolaan Carlos Lavado. Dit gevecht wordt uiteindelijk nipt door Ekerold in zijn voordeel beslist. Baldé eindigt uiteindelijk op een derde plaats, net vóór Fernandez, waarbij hij wel de enige coureur uit de top 4 is die dat jaar geen overwinningen heeft weten te boeken.
Hansford fungeert in 1981 als teamgenoot van Kork Ballington bij Kawasaki in de 500cc klasse, maar veel aan racen komt hij ook dat jaar niet toe. Reeds voor aanvang van het seizoen raakt hij geblesseerd en na halverwege het seizoen zijn rentree te hebben gemaakt tijdens de Dutch TT in Assen, blesseert hij zich opnieuw tijdens de daaropvolgende GP in België op Spa Francorchamps. Het betekent meteen het einde van de GP-carrière van Hansford, want hij zal niet meer terugkeren in het wereldkampioenschap wegrace. Hansford gaat terug naar Australië, waar hij de overstap maakt naar de autoracerij. Tijdens een wedstrijd in maart 1995 komt de Australiër echter helaas om het leven.
Ook in 1982 staat Baldé, samen met Mang, weer met fabrieksmateriaal van Kawasaki (Krauser Kawasaki Performance) aan het vertrek bij zowel de 250- als de 350cc’s.
Bij de kwartliters komt Baldé dat jaar niet verder dan enkel en alleen een tweede plaats in Frankrijk en een derde plek in Zweden, wat hem uiteindelijk op slechts een twaalfde plaats in de eindrangschikking doet belanden. Het is daarentegen zijn landgenoot Jean-Louis Tournadre die in 1982 de titel net voor de neus van Mang weet weg te kapen.
In de 350cc klasse is Baldé dat jaar behoorlijk succesvol. Hij weet namelijk te winnen in Frankrijk, Nederland en Groot Brittannië, waarmee hij dat jaar de meeste zeges van alle coureurs pakt. Desondanks eindigt hij toch weer op ‘slechts’ een derde plek in de eindstand, omdat hij zich ook een redelijk aantal keren niet in de punten heeft weten te rijden. Het is Mang die dat jaar opnieuw de titel pakt in deze klasse, vóór de Chevallier/Yamaha van de Belg Didier de Radigues die ongeveer een zelfde soort seizoen als Baldé heeft meegemaakt en die op zijn beurt net iets meer punten heeft weten te scoren dan de Fransman.
Vanaf het seizoen 1983 vinden we Baldé alleen nog maar terug in de kwartliter-klasse, omdat vanaf dat moment de 350cc klasse opgehouden is te bestaan. Baldé rijdt daarbij dat jaar samen met De Radigues en de Fransman Thierry Espié met een Chevallier/Yamaha voor het Johnson Elf Team, terwijl Kawasaki zich aan het eind van het seizoen 1982 ook officieel terug heeft getrokken uit het wereldkampioenschap wegrace. Baldé zelf begint zeer sterk aan het seizoen met een overwinning tijdens de openingsrace in Zuid-Afrika. Daarna blijven de aansprekende resultaten echter uit, waardoor hij uiteindelijk slechts op een achtste plek strandt in de eindrangschikking, ver achter wereldkampioen Lavado.
In 1984 rijdt Baldé samen met zijn landgenoot Jacques Bolle voor het fabrieksteam van Pernod. Zijn beste klassering dat jaar is een vierde plaats tijdens de GP van Groot Brittannië, waarmee hij dat seizoen dan ook geen rol van betekenis in de strijd om de titel speelt.
Dat doet de Fransman ook niet in 1985, aanvankelijk andermaal rijdend voor het team van Pernod en later op een Noperd/Yamaha. Baldé weet zich dat seizoen slechts een drietal keren net binnen de top 10 te rijden.
Het jaar daarop, 1986, zien we Baldé terug in het zadel van een fabrieks-Honda NSR250 (Katayama Rothmans Honda); een machine waar dat jaar ook mannen als Sito Pons, Dominique Sarron, Mang en Fausto Ricci over beschikken. Met de Honda laat Baldé zich dat jaar weer regelmatig van voren zien, wat hem over het gehele seizoen een viertal podiumplaatsen oplevert, zij het geen overwinning. Baldé wordt dat jaar uiteindelijk netjes vijfde in de eindrangschikking, met een respectabele achterstand op Carlos Lavado (wereldkampioen) en Pons (vice-wereldkampioen), maar niet eens zo ver achter Sarron en Mang.
In 1987 en 1988 rijdt Baldé voor de onbekende renstal van Defi, waar hij de beschikking heeft over een Defi/Rotax. Zijn goede resultaten uit 1986 weet hij met deze machine bij lange na niet te evenaren.
Het jaar daarop, 1989, staat Baldé aan het vertrek bij de kwartliters met een Yamaha, waarmee hij dat jaar echter geen punten meer weet te pakken. In Brazilië, tijdens de laatste race van het seizoen, rijdt Baldé zijn 200e en tevens laatste GP, waarmee voor de Fransman een einde komt aan een lange wegracecarrière.
Hansford en Baldé vierden hun grootste successen dus aan boord van een Kawasaki. In het geval van beide heren was echter iedere keer een collega-Kawasaki-rijder en/of een andere coureur net een stukje beter, waardoor zij nooit de wereldtitel in de wacht wisten te slepen. Met hun meerdere overwinningen en hun behoorlijke aantal tweede en derde plekken in de eindrangschikking bij de 250- en de 350cc’s hebben zij echter zeker van zich doen spreken in het wereldkampioenschap wegrace, waarmee zij dan ook terecht de titel ‘toppers zonder wereldtitel’ mogen dragen.
Erelijst van Gregg Hansford:
10 overwinningen
0 wereldtitels
1978:
250cc: vier overwinningen, 2e in de eindstand
350cc: drie overwinningen, 3e in de eindstand
1979:
250cc: geen overwinningen, 2e in de eindstand
350cc: drie overwinningen, 3e in de eindstand
1980:
350cc: geen overwinningen, 15e in de eindstand
500cc: geen overwinningen, geen klassering in de eindstand
1981:
500cc: geen overwinningen, geen klassering in de eindstand
Erelijst van Jean-François Baldé:
5 overwinningen
0 wereldtitels
1973:
500cc: geen overwinningen, 41e in de eindstand
1975:
250cc: geen overwinningen, 38e in de eindstand
350cc: geen overwinningen, 26e in de eindstand
500cc: geen overwinningen, 46e in de eindstand
1976:
250cc: geen overwinningen, 18e in de eindstand
350cc: geen overwinningen, 18e in de eindstand
1977:
250cc: geen overwinningen, 29e in de eindstand
1978:
250cc: geen overwinningen, 13e in de eindstand
1979:
250cc: geen overwinningen, 8e in de eindstand
1980:
250cc: geen overwinningen, 3e in de eindstand
350cc: geen overwinningen, 3e in de eindstand
1981:
250cc: één overwinning, 2e in de eindstand
350cc: geen overwinningen, 3e in de eindstand
1982:
250cc: geen overwinningen, 12e in de eindstand
350cc: drie overwinningen, 3e in de eindstand
1983:
250cc: één overwinning, 8e in de eindstand
1984:
250cc: geen overwinningen, 10e in de eindstand
1985:
250cc: geen overwinningen, 19e in de eindstand
1986:
250cc: geen overwinningen, 5e in de eindstand
1987:
250cc: geen overwinningen, 18e in de eindstand
1988:
250cc: geen overwinningen, 31e in de eindstand
1989:
250cc: geen overwinningen, geen klassering in de eindstand
Bron foto’s: www.wombat.zaq.ne.jp en www.kakeh.com/imatra