Tom Phillis pakt de eerste wereldtitel voor het Honda-fabrieksteam

224

Gedurende de jaren ’60 van de vorige eeuw was er duidelijk sprake van een invasie van Japanse machines in het wereldkampioenschap wegrace. Het was de renstal van Honda die daarbij iets eerder de primeur had gehad. In 1961 lukte het Tom Phillis de eerste wereldtitel voor het officiële fabrieksteam van Honda binnen te halen.  

De renstal van Honda debuteert in het wereldkampioenschap wegrace in 1959 tijdens de Britse GP. Zij doet dat bij de achtsteliters, aanvankelijk alleen met Japanse rijders. Op het eiland Man verschijnen vier fabrieks-Honda’s aan de start van de 125cc-race, waarbij het Naomi Taniguchi is die met een zesde plaats gelijk al het eerste punt voor Honda pakt in het WK wegrace.







Na het eenmalige optreden in Groot Brittannië in 1959 wordt Honda vanaf 1960 een vaste waarde binnen het Grand Prix-circus, zowel in de 125- als in de 250cc klasse, een aantal seizoenen later ook gevolgd door deelname bij de 350cc’s. Naast verschillende Japanse rijders contracteert Honda vanaf datzelfde moment ook een aantal buitenlandse rijders, waaronder de Australiër Tom Phillis en later ook de Rhodesiër Jim Redman. Het is daarbij eerstgenoemde Phillis die zich in 1960 bij de achtsteliters niet in de punten weet te rijden, maar bij de kwartliters eindigt hij dat jaar op een zesde plek in de eindstand dankzij een tweede plaats tijdens de Ulster GP. In de tussentijd heeft tevens de renstal van Suzuki, in navolging van Honda, haar intrede in het WK wegrace gedaan, terwijl ook Yamaha volgt in 1961.

In datzelfde 1961 moet Phillis, samen met onder andere Redman, de Zwitser Luigi Taveri en opnieuw een aantal Japanse rijders, andermaal de eer voor het fabrieksteam van Honda hoog houden in de twee lichtste categorieën van dat moment.
Tijdens de openingsrace van het seizoen in Spanje op het circuit van Montjuich lukt het Phillis de 125cc-race op zijn naam te schrijven, waarmee hij de eerste zege voor Honda (en tevens voor een Japans merk) in de GP’s weet te behalen. Gedurende het jaar volgen er ook nog overwinningen voor Phillis in Frankrijk, Nederland en Argentinië. Na afloop van het seizoen mag Phillis zich tevens de eerste wereldkampioen voor de officiële fabrieksrenstal van Honda noemen door onder andere te sterk te zijn geweest voor de MZ van Ernst Degner en zijn stalgenoten Taveri, Redman en Kunimitsu Takahashi.
Zoals gezegd, is Phillis in 1961 tevens actief voor Honda bij de kwartliters. Ook in deze klasse pakt hij dat seizoen twee zeges in Frankrijk en Argentinië (gelijk twee dubbele overwinningen). In de strijd om het kampioenschap moet Phillis uiteindelijk alleen zijn meerdere erkennen in de Honda van Mike Hailwood die er in deze categorie met de wereldtitel vandoor gaat. De Brit is daarbij reeds één race vóór het einde van het seizoen zeker van de 250cc-titel, terwijl Phillis pas tijdens de laatste GP de 125cc-titel definitief pakt. Hailwood komt dat jaar bij de kwartliters echter niet uit voor het officiële Honda-fabrieksteam (hij rijdt voor de Britse Honda-importeur met een overjarige machine). Phillis is daarmee dus wel de eerste officiële Honda-fabrieksrijder die wereldkampioen wordt, maar het is Hailwood die nipt als eerste coureur een wereldtitel weet te pakken aan boord van een Japanse machine.

In 1962 is Phillis opnieuw actief voor de renstal van Honda in zowel de 50-, de 125-, de 250- als de 350cc klasse. Tijdens de derde GP van het seizoen in Groot Britannië gaat het echter mis voor Phillis. Tijdens de 350cc-race op het eiland Man komt de Australiër zwaar ten val, waarbij hij helaas het leven moet laten. Een prolongatie van zijn 125cc-titel zit er daarmee niet voor hem in, maar de renstal van Honda zou gedurende de jaren ’60 nog wel vele kampioenschappen binnenhalen dankzij mannen als Taveri, Redman en Hailwood.

Bron foto: www.motornet.be