Afgelopen weekend reden de coureurs van het Internationale Duitse Motorkampioenschap Superbike op de Red Bull Ring. Voor beide coureurs van het Van Zon – Alpha Technik Ð BMW-team, met natuurlijk Arie Vos, was het de eerste keer op het Oostenrijkse circuit. Bij zomerse temperaturen van meer dan dertig graden werden zowel mens als machine flink op de proef gesteld.
Tijdens de training werd van de IDM Superbike-piloten een goede tijd verwacht. In de ochtend steeg de thermometer al tot 27 graden. Omdat er voor de middag nog hogere temperaturen voorspeld werden, was de ochtendkwalificatie bepalend voor de startopstelling. Althans, dat leek zo… Vos slaagde er namelijk toch in om tijdens de hitte van zaterdagnamiddag nog een paar tienden van zijn rondetijden af te schaven. Startplaats veertien was het resultaat. “Met een veertiende startplaats kon ik natuurlijk niet tevreden zijn”, aldus Vos. “Vooral bij het insteken van de eerste twee bochten had ik problemen. We hebben toen de set-up een veranderd.”<br /> <br /> Arie Vos kon na de start in de eerste race zijn veertiende plaats behouden en ging steeds harder. In de tiende ronde haalde hij voormalig WK Superbike-coureur Roland Resch in. Iets later stak hij ook de BMW-pilote Lucy Glöckner voorbij. Hoewel de rondetijden van Vos ondertussen top-10 waardig waren, kon hij in de twee overgebleven rondjes geen plaatsen meer winnen. Omdat er twee piloten de strijd dienden te staken, kreeg Vos alsnog loon naar werken met een plaats in de top-10. “Voor mij was dit een race om te vergeten”, vertelde de Nederlander. “De BMW reed perfect, maar ik was in de eerste ronden niet agressief genoeg. Tegen het einde begon het beter te lopen, maar toch ben ik ontgoocheld.”
In de achttien ronden van de tweede race rukte de Nederlander op tot de tiende plaats. Dit leverde Vos bij zijn eerste bezoek aan de Oostenrijkse Red Bull Ring zijn beste IDM-weekend op. “Nauwelijks te geloven, maar ook in de tweede race is het me niet gelukt om vanaf de start direct druk uit te oefenen”, klaagde Vos over zichzelf. “Ik heb te veel tijd nodig om mijn ritme te vinden. Daaraan moet ik zeker en vast werken. Ik ben wel optimistisch over het IDM-weekend in Assen, over twee weken. Dat is mijn thuiscircuit en ik hoop daar de top-5 te behalen.”