Journalist en motorsportcommentator Frank Weeink zal speciaal voor Racesport.nl na afloop van de Grand Prix weekenden zijn licht laten schijnen over de gebeurtenissen van het weekend. In onderstaande column de Red Bull Indianapolis Grand Prix.
<p>Colin Edwards trok in Indianapolis nog één keer ten strijde. Tenminste, zo zag het er uit. Letterlijk en figuurlijk. Nog één keer werden de messen geslepen. Hoewel iedereen wist dat de scherpe randjes er echt al wel een tijdje af waren bij de Texas Tornado. Van de tornado was maar een flauw zuchtje wind overgebleven, sneerde Eskil Suter een paar jaar geleden nadat Edwards het Suter-frame 'a heap of shit' had genoemd. Om Edwards' tirade werd gelachen, terwijl de in zijn beroepseer aangetaste Suter niet eens zo ver naast de waarheid zat. <br /> <br /> Voor de gelegenheid had Edwards zich in Indy een 'combat outfit' aan laten meten. De patriottische Yanks vonden het geweldig, ik vond het eerlijk gezegd wat potsierlijk – en spuuglelijk bovendien, maar dat terzijde. Edwards maakte er nooit een geheim van een voorliefde voor wapens te hebben en de US Military een warm hart toe te dragen. Van mij mocht hij. Maar hoe dan ook, die 'combat outfit' trok de aandacht. Terwijl, als je die beroepsmatig draagt, het toch vooral de bedoeling is dat je niet opvalt. En hoe treurig ook, wat dat betreft had Edwards echt geen camouflage-pak aan hoeven trekken, want zijn laatste drie seizoenen sleet de Texaan vooral in sportieve anonimiteit. <br /> <br /> Kampioenen zijn er al in alle soorten en maten, en Edwards was een kampioen. In 2000 en 2002 bekroonde hij twee zeer bijzondere seizoenen met de Superbike-wereldtitel. Het dichtst bij een MotoGP-wereldkampioenschap was hij in 2005: toen werd hij vierde, 188 punten achter zijn vriend en teamgenoot Valentino Rossi. In 196 GP's scoorde Edwards twaalf podiums. Stiekem niet gedacht dat het er meer waren? Zijn voorlaatste top 3-klassering behaalde hij in 2009, toen hij in Donington tweede werd achter Andrea Dovizioso. De omstandigheden waren listig. “My asshole was going like this”, grijnsde Edwards, terwijl hij met zijn duim in zijn vuist toonde hoe zijn kringspier onophoudelijk opende en sloot. Het was Edwards ten voeten uit. De jongen van het volk, die de taal van dat volk en de fans sprak. De man met pruimtabak in zijn rechter wang en blikken bier in de koelkast van zijn motorhome in plaats van gezonde proteïnedrankjes. Wars van kapsones ook. Tijdens de wintertesten in Sepang sprak ik hem eens met een Engelse journalist, terwijl hij slechts een handdoekje over zijn kruis had gedrapeerd. Ik zie Dani Pedrosa zijn 'media debrief' niet snel op die manier doen. <br /> <br /> Zelf heb ik Edwards twee keer uitgebreid geïnterviewd en het waren beide malen zeer geanimeerde gesprekken, uitmondend in verhalen waar ik best blij mee was. Die tweede keer kwam hij aangereden met zoontje Hayes op de scooter. Tijdens het interview viel het kleine menneke op de grond van de hospitality unit in een diepe slaap. Een Edwards-fan ben ik echter nooit geweest. Wat overigens iets niet betekent dat ik geen respect voor hem heb. Zijn sterke teksten waren doorgaans leuk, maar de laatste jaren kreeg ik net te vaak de indruk dat hij het gevoel had dat leuk zijn ook van hem werd verwacht. Niettemin, natuurtalent Edwards bouwde een grote schare fans op – ook onder de journalisten, altijd op zoek naar een goede quote. <br /> <br /> </p>
<p>Nu hij – op nogal halfhartige wijze – in Indianapolis met pré-pensioen ging, bekruipt mij het gevoel dat veel motorsportliefhebbers en ook collega's hem met weemoed zien vertrekken. Edwards had – met uitzondering van James Toseland in 2009 misschien – met al zijn teamgenoten een goede verstandhouding en dat zegt veel over de man zelf. Terwijl menigeen jaar na jaar schreeuwde dat het tijd werd om Dani Pedrosa nou eindelijk maar eens te vervangen door iemand die vast veel betere dingen zou kunnen doen met de Repsol/Honda, leek het wel alsof niemand vond dat Edwards de plek van iemand anders bezet hield. En vanaf 2012, op de Suter-BMW, de FTR-Kawasaki en dit jaar op de Forward-Yamaha, was dat ook wel zo. Casey Stoner, tweevoudig MotoGP-wereldkampioen en winnaar van 45 GP's en misschien wel een van de meest talentvolle rijders uit de geschiedenis, nam in 2012 afscheid en ik heb zelden een coureur van een dergelijk kaliber een geruislozer aftocht zien blazen dan Stoner, een schuchtere anti-held die mij vanwege zijn complexe karakter en manier van rijden meer boeide dan Edwards. Die achterdeur was zelfgekozen, dat zeker, maar het geeft ook aan dat de status van een kampioen lang niet alleen wordt afgemeten aan wat hij gepresteerd heeft. Edwards twittert over zijn familie, de baseball game van Hayes en het boottochtje op het meer bij zijn riante onderkomen. De mens Edwards droeg bij aan de status van de kampioen Edwards. Dat is mooi. Afscheid nemen van een kleurrijk figuur stemt wat melancholiek. Dat dat afscheid als coureur misschien wel wat te laat kwam – twee top 10-klasseringen in de laatste 34 GP's is nogal mager – ach, Edwards zat niemand in de weg. Ik ben benieuwd hoe leeg het is zonder hem. </p> <p><br /> </p> <p>Weeinks waarheid hoeft niet de jouwe te zijn. U kunt reageren op deze column via de Racesport.nl Facebook pagina: <a href="https://www.facebook.com/Racesport.nl/photos/a.174729125902900.31624.131428220232991/751664944875979/?type=1&theater" target="_blank">Red Bull Indianapolis Grand Prix.</a><br /> <br /> <br /> Frank Weeink @frankweeink<br /> Frank Weeink werkt als motorsportcommentator voor Sport1, Motors TV en RTL7 en als journalist onder meer voor MotoPlus, Noppennieuws en Classic Racer<br /> <br /> </p> <div><br /> </div>