Jurgen van den Goorbergh: ‘Alleen op de wereld in de Dakar Rally’

734
goorbergh
Jurgen van den Goorbergh | foto© Jurgen van den Goorbergh facebook

Voormalig MotoGP coureur Jurgen van den Goorbergh verdedigt tijdens de komende editie van de Dakar Rally zijn titel als ‘kistrijder’. Onderstaand een interview met de voormalig wegrace coureur voorafgaand aan zijn alweer negende Dakar Rally.

Motorcoureur en Wings for Life-ambassadeur Jurgen van den Goorbergh mag inmiddels gerust een Dakar Rally-veteraan genoemd worden. Op 2 januari 2017 verschijnt hij voor de negende keer aan de start. Extra heftig: hij rijdt moederziel alleen en mag van bijna niemand hulp aannemen. En dat bijna twee weken lang in de Zuid-Amerikaanse woestenij. Waarom?!







Jurgen, jij doet mee aan de Dakar Rally als kistrijder. Wat betekent dat eigenlijk?

“Dat ik letterlijk meedoe vanuit een kist. Een kleine hoor, van een hele bij een halve meter. Daarin zitten wat onderdelen, gereedschap en andere kleine dingen. Verder heb ik een setje wielen met banden, een tentje en slaapspullen. Daar moet ik het twee weken lang mee doen. Dat is moeilijk en ingewikkeld. De Dakar Rally is eigenlijk een Franse aangelegenheid, daarin heet het kistklassement ook wel ‘malle moto.’ Maar in het Nederlands is het eerder malle Pietje!”

En je mag dus helemaal geen hulp van anderen aannemen?

“Klopt! Nou ja, coureurs onderling mogen elkaar wel helpen, zeker tijdens etappes en klassementsproeven. Maar afgezien daarvan mag echt niemand je motorfiets aanraken – anders krijg je een gele kaart! Dat ze daarop zo streng zijn, maakt het ook zo uitdagend. Negentig procent van de tijd sta je er helemaal alleen voor. Ook als je ‘even’ een nieuw motorblok moet inbouwen. Of je moet opgeven omdat je domweg de juiste onderdelen niet bij je hebt. Ik heb voor 2017 een eigen motor ontwikkeld met unieke componenten. Die kan ik niet zomaar even bij iemand kopen in Zuid-Amerika.”

Waarom doe je jezelf die marteling aan?

“Tja, ik durf het bijna niet te zeggen, maar anders is de Dakar Rally te makkelijk voor me. Dit wordt alweer m’n negende deelname. Als je met een motorteam meedoet, kun je misschien veertigste, dertigste of hoogstens twintigste worden. De top-vijf is een ander verhaal en alleen weggelegd voor de beste fabrieksrijders. Maar het kistklassement kan ik wél winnen! Zeker in je eentje is dat een mooie uitdaging. Wat wij doen, is het zwaarste wat je kunt bedenken in de Dakar – dat mogen we best hardop zeggen.”

Vorig jaar wist jij al te winnen. Waarom ga je dan nu weer?

“Iemand moet die titel toch verdedigen? Nou ja, na die winst vorig jaar was het eigenlijk ook wel klaar. Maar het begon toch weer te kriebelen. Dus heb ik mijn eigen motorfiets gebouwd. En ik vind motorrijden nog steeds gewoon ontzettend leuk om te doen. Dus dat doe ik nu en in 2018 ook nog wel. Misschien stap ik daarna over naar een vrachtwagen of zo.”

Is de Dakar Rally echt zo zwaar als mensen zeggen?

“Zonder meer. Zeker wanneer je als je rookie instapt, dan maak je heel andere dingen mee vergeleken met andere wedstrijden. Dit is het Wimbledon onder de rally’s. Het hoogste, de zwaarste. Vooral de spelletjes eromheen vreten heel veel energie. Van het regelen van je inschrijving tot aan de start. Die twee weken rijden zijn maar twee weken. Je voorbereiding is het allerbelangrijkste: de motor in orde maken, heel veel trainen. Ik ben superfit en hoef eigenlijk ‘alleen maar’ die twee weken te overleven. Voor nieuwkomers is dat megazwaar, zeker als je er alleen voor staat. Ieder maakt zo zijn eigen avontuur mee.”

 

 

Wat is het ergste wat jìj ooit hebt meegemaakt?

“In het begin van mijn Dakar-tijd, toen ik na het eerste jaar op de motor met een buggy ging rijden – zoals Tim en Tom Coronel nu. Die hebben we zelf ontwikkeld en dat was vooral technisch moeilijk: aan een auto kan nu eenmaal veel meer kapot. Ik heb toen meermaals ’s nachts door moeten rijden in de woestijn, de kou en door water. En wel eens twee dagen niemand gezien en drie nachten niet geslapen omdat je toch de finish wilt halen. Eenmaal in het bivak kon ik dan misschien twee uur nog even liggen. Mentaal slopend! Met de motor is het meer overleven, even sleutelen en de volgende dag weer opstappen – fysiek veel zwaarder. En gevaarlijker.”

Je komt nota bene uit de circuitracerij, de MotoGP-wereld. Is die te vergelijken met Dakar?

“Eigenlijk totaal niet. De MotoGP gaat net als de Formule 1 veel om glitter en glamour. ‘Kistrijden’ in de Dakar is de hele dag gitzwart zien en stinken als een bunzing. Anderzijds: als je mentaal opgewassen bent tegen de druk in een MotoGP-race, kun je ook in de Dakar Rally een klap verwerken. Nooit opgeven moet in je zitten als coureur.”

Het is dan ook vast de beste training voor de volgende Wings for Life Run? En de Red Bull Knock Out natuurlijk.

“Ha! Nou, zo mag ik het eigenlijk niet zien. Het hele jaar door train ik hard. Ik ben natuurlijk ambassadeur voor Wings for Life, dus ik loop sowieso weer mee. De Red Bull Knock Out moest ik in 2016 laten schieten door een blessure. Maar eigenlijk is die wedstrijd me nog wat te kort. Ik moet gewoon zeven, acht of negen uur op de fiets zitten, dan word ik steeds beter. Je kunt denk ik wel stellen dat ik nogal een extreme sporter ben.”

Bron tekst: Red Bull – Joe van Burik

 

Win, win, win……….

Ben jij ook één van de vele duizenden wegracefans die dagelijks geniet van het gratis Racesport.nl nieuws?  Steun het werk van de Racesport.nl redactie door mee te doen aan de 2016 Racesport.nl support actie, een actie waarmee er opnieuw fantastische prijzen te winnen zijn.

Mooier kunnen we het niet maken toch?   Lees meer: bit.ly/2eGpcd5