De wekelijkse (nieuwe) rubriek Finishpraat speelt in op actualiteit, combineert verleden met heden en haalt oude herinneringen op; kortom een verhaal voor de echte motorsportfan. Deze eerste keer over de kleine verschillen en rivaliteit in de MotoGP.
Waar hoop jij op in dit nieuwe MotoGP seizoen? Dat is een vraag die regelmatig gesteld wordt onder de motorsportfans. “Als het maar spannend is!”, is een veel gegeven antwoord. En daar kan niemand het mee oneens zijn. We hebben een prachtig seizoen om ons op te verheugen, want de onderlinge verschillen zijn klein. Misschien wel kleiner dan ooit! Zes fabrikanten die allemaal competitief zijn. Daarnaast leveren zeker vier merken in mijn ogen een titelkandidaat: Fabio Quartararo (Yamaha), Francesco Bagnaia (Ducati), Marc Marquez (Honda) en Joan Mir (Suzuki).
Maar waar ik op hoop? Dat het zeer spannend en spectaculair gaat worden, twijfel ik geen seconde aan. Daarnaast zou ik het mooi vinden als er op een gezonde wijze wat meer rivaliteit ontstaat. De ‘Sepang Clash’ tussen Valentino Rossi en Marc Marquez ging – op dat moment en alles wat erna kwam – natuurlijk veel te ver. Maar daarna is er wel een cultuur in de MotoGP ontstaan waarin iedereen erg lief voor elkaar is geworden. Iedereen geeft complimenten aan elkaar en lacht met elkaar. Kijk hoe Bagnaia bij Quartararo in de armen vloog toen de Fransman in 2021 wereldkampioen werd in Misano. Bagnaia was op dat moment zijn grootste concurrent en was zelf net in leidende positie gecrasht. Dat zegt veel over de nieuwe MotoGP cultuur. Natuurlijk super sportief, maar zoiets zou in het verleden tussen bijvoorbeeld Rossi en Max Biaggi nooit zijn gebeurt…
Op een MotoGP podium zie je de laatste jaren ook praktisch alleen maar blije gezichten. Maar sport is emotie. Van mij mag er af en toe wel iemand met een zuur gezicht staan, omdat hij tweede is geworden of omdat zijn grootste rivaal de race heeft gewonnen. Dat is ook goed voor de kijkcijfers. Kijk maar naar de Formule 1 tussen Max en Lewis. Natuurlijk heeft iedereen er een mening over en kiest een ieder een kamp, maar er wordt wel mega veel over gesproken. Maar dat is in mijn ogen mooier dan wanneer iedereen altijd maar blij op het podium staat. Verliezen doet pijn en dat mag af en toe ook zichtbaar zijn. In de WK Superbike zie je nu ook iets ontstaan tussen Toprak Razgatlioglu en Jonathan Rea. Het gevecht op de baan wordt steeds steviger; ik kijk al uit naar 2022! Het worden steeds meer rivalen, maar wel rijders met een groot onderling respect. Mooi toch?!
De meester van de rivaliteit in de MotoGP is zonder meer Valentino Rossi, maar iemand anders zal zijn stokje moeten gaan overnemen. De Italiaan is er voor het eerst sinds 1996 (!) niet meer bij. Rossi stond juist bekend om in zijn grootste tegenstander zijn grootste rivaal te zien. Door zijn psychologische spelletjes heeft Rossi al heel wat races gewonnen voordat de startlichten uitgingen. Dit leverde spraakmakende momenten op. Denk aan het duel tussen Biaggi en Rossi in 2001 op Suzuka. Biaggi drukte zijn landgenoot met ellebogenwerk buiten de baan en niet veel later leverde dat hem een middelvinger van Rossi op. Natuurlijk niet goed allemaal, maar wel leuk om naar te kijken. Zo zijn er meer momenten te benoemen. Rossi die het (motorsport)leven van Sete Gibernau in mentaal opzicht zuur maakte. Dit kwam in 2005 tot een ontknoping in de laatste bocht op Jerez. Rossi kwam in alle opzichten als winnaar uit de bus. Later werden Rossi’s rivalen mentaal sterker denk aan Casey Stoner, Jorge Lorenzo en Marc Marquez. Toch had Stoner ook zo’n moment waar het hem allemaal even teveel werd: 2008 in Laguna Seca. Stoner was met zijn Ducati veel sneller, maar Rossi deed er werkelijk alles aan om de Australiër niet weg te laten rijden. Uiteindelijk ging Stoner zelf in de fout en won Rossi. Een race die de Italiaan qua pure snelheid nooit had kunnen winnen.
Er waren zelfs rijders die het grootste deel van hun motivatie haalden uit het kloppen van hun rivaal. De strijd tussen Kevin Schwantz en Wayne Rainey eind jaren 80 en begin jaren 90 is daar een mooi voorbeeld van. In 1993 waren beide kemphanen in gevecht voor de wereldtitel totdat Rainey in Misano ten val kwam en daarbij vanaf zijn borst naar beneden verlamd raakte. Schwantz pakte zijn enige wereldtitel, maar er knakte ook iets bij hem. Zonder zijn grootste rivaal werd het ook minder interessant. Schwantz zou na de tragische crash van Rainey nog slechts twee 500cc races winnen en beëindigde zijn carriere gedurende het seizoen 1995. Een rivaal hebben is daarom zo slecht nog niet…
Waar ik dus op hoop? Dat er naast zeer spannende races ook weer gezonde rivaliteiten – binnen de grenzen – ontstaan met af en toe de nodige portie frustratie op het podium. “Let battle commence!”
Tot volgende week,
Asse Klein
Racesport.nl Supporter
Bent u een trouwe bezoeker van deze website, wilt u het werk van het Racesport.nl redactieteam mede ondersteunen en daarnaast ook nog eens regelmatig kans maken op fantastische prijzen?
Word dan nu Racesport.nl supporter. Meer info: www.racesport.nl/supporter