De wekelijkse rubriek Finishpraat speelt in op actualiteit, combineert verleden met heden en haalt oude herinneringen op; kortom een verhaal voor de echte motorsportfan. In deze editie gaat het over de carrière van 500cc wereldkampioen Wayne Gardner die door zijn populariteit ervoor zorgde dat de Grand Prix naar Australië kwam.
In de motorsport zien we vaker dat de zoon van een voormalig coureur ook racet in het wereldkampioenschap. In Nederland hebben we daarin ook bekende voorbeelden zoals Jurgen en Zonta van den Goorbergh, Henk en Michael van der Mark net als Barry en Loris Veneman. Maar in de geschiedenis van de Grand Prix wegrace is het slechts twee keer voorgekomen dat vader en zoon beiden wereldkampioen zijn geworden. Het meest spraakmakende voorbeeld is Kenny Roberts en zijn zoon Kenny Robert jr. Vader en zoon wisten beiden wereldkampioen te worden in de 500cc. Het andere voorbeeld van een vader en zoon met een Grand Prix wereldtitel is Wayne en Remy Gardner. Echter werden ze niet beiden kampioen in de koningsklasse. Remy Gardner werd in 2021 Moto2 wereldkampioen en is na mislukt MotoGP avontuur nu actief in de World Superbike.
Zijn vader Wayne Gardner werd wel 500cc wereldkampioen. Gardner senior werd in 1959 geboren in Wollongong. De Australiër begon in 1977 met racen. In die tijd was nog niet gebruikelijk dat er veel rijders vanuit het werelddeel Australië actief waren in de Grand Prix. Greame Crosby was dat begin jaren 80 wel en zag het talent van Gardner. Crosby – afkomstig uit Nieuw Zeeland – zorgde ervoor dat Gardner in Europa kon racen. Gardner maakte indruk in het Engels kampioenschap, maar ook in Daytona en met de 8 uur van Suzuka. Gardner’s talent werd in Engeland ook gezien en Honda Britain gaf hem een contract. In 1983 reed de Australiër zijn eerste Grand Prix, maar dit debuut – uitgerekend op het TT Circuit Assen – zou zeer vervelend aflopen. Bij in het ingaan van de tweede ronde raakte hij regerend wereldkampioen Franco Uncini aan het hoofd toen de Italiaan na een crash van de baan wilde rennen. Gardner belandde bij deze nare en wereldwijs bekende crash in de sloot van de Bedeldijk. Gelukkig zou Uncini na een levensbedreigende situatie uit zijn coma ontwaken en zelfs een jaar later weer gaan racen.
In 1984 begon Gardner naam te maken in de Grand Prix. Naast de Britse 500cc titel eindigde hij bij iedere Grand Prix deelname in de punten en scoorde hij ook zijn eerste podiumplaats in Zweden. Een jaar later reed hij een volledig Grand Prix seizoen waarin hij opnieuw opviel met zeer goede en constante resultaten. Door zijn vierde plek in het WK werd Gardner voor 1986 overgeheveld naar het Rothmans Honda fabrieksteam als tweede rijder naast regerend wereldkampioen Freddie Spencer. De Amerikaan raakte echter vroeg in het seizoen geblesseerd, waardoor Gardner al snel tot topman van Honda werd gebombardeerd. Het ging Gardner goed af, want hij won drie races – waaronder de TT Assen – en eindigde achter Eddie Lawson als tweede in het 500cc wereldkampioenschap.
Maar 1987 was Gardner’s beste jaar. Samen met Lawson en Randy Mamola streed de Australiër voor de wereldtitel. Gardner was het meest constante van het drietal en won ook de meeste races. Hij werd daarmee de eerste Australische wereldkampioen in de 500cc. Gardner werd hierdoor nog populairder in Australië. Zelfs zo populair dat door Gardner’s successen in 1989 de eerste Australische Grand Prix op Phillip Island georganiseerd zou worden. In 1988 was Gardner’s Honda minder stabiel dan de Yamaha van Lawson. Gardner kon dan ook niet voorkomen dat Lawson de wereldtitel terugpakte. Als vicewereldkampioen begon de Honda-rijder aan het seizoen 1989. Hij maakte de Australische fans uitzinnig door de allereerste GP-race op Phillip Island te winnen. Een race later brak Gardner zijn been op Laguna Seca en dat zou het begin betekenen van een reeks vol blessureleed die tot het einde van zijn carrière in 1992 zou voortduren. Ondanks de blessures wist Gardner ook de tweede Australische GP te winnen. Ondertussen was Mick Doohan de teamgenoot van Gardner geworden. Doohan werd in deze race tweede, wat logischerwijs de populariteit van de sport in Australië nog meer ten goede kwam.
De laatste van in totaal 18 overwinningen is ook noemenswaardig. Na de trainingen van de Britse Grand Prix van 1992 op Donington Park vertelde Gardner in een persconferentie dat hij na het seizoen zijn carrière zou beëindigden. Er waren op dat moment nog drie races te gaan en Gardner had na zijn zege op Phillip Island in 1990 niet meer gewonnen. Een dag na zijn bekendmaking wist Gardner de Britse Grand Prix te winnen. De Britse fans waren uitzinnig, want Gardner was mede door zijn Europese start in Engeland ook daar mega populair. Zijn allerlaatste Grand Prix reed Gardner in Zuid-Afrika, die hij met een tweede plaats wist af te sluiten. Na zijn motorsportcarrière zou Gardner verder gaan met autoracen.
Als motorsportfan ben ik erg blij dat Gardner’s populariteit ervoor gezorgd heeft dat de Grand Prix naar Phillip Island is gegaan. Het circuit heeft een unieke en geweldige layout, dat zich leent voor geweldige races. En geweldige Grand Prix races – maar ook in de World Superbike – hebben we daar al veelvuldig gezien!
Tot volgende week,
Asse Klein