De wekelijkse rubriek Finishpraat speelt in op actualiteit, combineert verleden met heden en haalt oude herinneringen op; kortom een verhaal voor de echte motorsportfan. Deze keer gaat het over het merk Cagiva en hun drie zeges in de 500cc.
We hebben op dit moment met Ducati en Aprilia twee Italiaanse fabrikanten in de MotoGP. Ducati wordt al jaren gezien als één zo niet het sterkste merk, alleen dateert hun laatste en tevens enige wereldtitel uit 2007 van Casey Stoner. Tussen 1975 en 2021 werden er behalve deze Ducati-titel enkel rijders op een Japans merk wereldkampioen. Dit gebeurde met Honda, Yamaha en Suzuki. Maar daarvoor waren de Italiaanse fabrikanten met MV Agusta en Gilera aan de macht in de koningsklasse. Deze twee merken raapten maar liefst 24 500cc-wereldtitels bij elkaar.
Maar tussen de succesperiode van MV Agusta en de opkomst van Ducati in de MotoGP klasse was er nog Italiaans merk dat een aantal successen wist te halen in de koningsklasse: Cagiva. Het familiebedrijf werd in 1950 opgericht door Giovanni Castiglioni uit Varese en zou later door zijn zoons en kleinzoon worden overgenomen. Cagiva staat voor CAstiglioni + GIovanni + VArese. Zijn zoons Claudio en Gianfranco stonden aan het roer wanneer het motormerk Cagiva zich ging richten op de racerij. Begin jaren 80 rijden Italiaanse helden Marco Lucchinelli en Virginio Ferrari al 500cc GP’s voor Cagiva. Op het zand heeft Cagiva sneller succes, want in 1985 en 1986 pakken ze de 125cc wereldtitel motorcross. In 1986 met onze eigen Dave Strijbos.
In 1988 doet Cagiva een serieuze poging om aansluiting met de 500cc wereldtop te vinden door Randy Mamola – de vicewereldkampioen van dat moment – aan te trekken. De Amerikaan merkt al snel dat de Cagiva niet met de top mee kan en komt meer in het nieuws als showman. Het veelal op het achterwiel rijden leverde tijdens de TT van 1989 nog een hachelijk moment op toen Mamola in de opwarmronde ten val kwam. Maar ook scoorde Mamola het eerste 500cc podium voor Cagiva door in 1988 op Spa Francorchamps – achter Wayne Gardner en Eddie Lawson – derde te worden op een natte baan. Daarna zou Mamola weinig noemenswaardigs meer presteren.
In 1991 doet de Italiaanse fabrikant een nieuwe poging door Eddie Lawson aan te trekken. De viervoudig wereldkampioen – die in de nadagen van zijn carrière zit – is serieuzer en weet mede door de komst van Giacomo Agostini als teammanager aansluiting met de top te vinden. Tijdens de TT van 1992 zijn bijna alle toppers geblesseerd en is Lawson ineens één van de favorieten. Samen met publiekslieveling Kevin Schwantz vocht hij voor de zege, totdat de twee Amerikanen elkaar in de Haarbocht raakten en ze beiden hard ten val kwamen. Twee weken later is het wel raak voor Lawson en Cagiva op de Hungaroring. De baan is nat bij de start en Lawson is één van de rijder die kiest voor intermediates. De andere favorieten staan op regenbanden. Wanneer de baan opdroogt komt Lawson als een raket naar voren en bezorgt Cagiva hun eerste Grand Prix zege. De 31e en laatste van Lawson, die aan het einde van het seizoen zou stoppen met racen.
Halverwege het seizoen 1993 heeft Cagiva het geluk dat zij John Kocinski kunnen aantrekken, die met bonje is vertrokken bij het 250cc project van Suzuki. Kocinski zou de meest succesvolle Cagiva-rijder worden en dat terwijl hij er slechts ruim één seizoen voor reed. De Amerikaan heeft slechts drie races nodig om met Cagiva te winnen. Dat gebeurde op Laguna Seca toen Kocinski profiteerde van een fout van Michael Doohan. In 1994 begint Kocinski het seizoen als vaste Cagiva-coureur en wint gelijk overtuigend de openingsrace in Australië. De derde – en tevens laatste – zege van Cagiva in de 500cc. Een aantal zeges in de koningsklasse waar Aprilia nu van zou dromen. Doohan is in 1994 veruit het sterkste en Kocinski eindigt met zeven podiumplaatsen knap als derde in het eindklassement. Terwijl het op de baan goed ging stond Cagiva in het bedrijfsleven onder financiële druk, waardoor eind 1994 de raceafdeling werd gesloten.
Over de handel van Cagiva gesproken. Het bedrijf is veel groter dan velen waarschijnlijk zullen denken. In de jaren 80 nam Cagiva namelijk Ducati over en later ook Husqvarna en MV Agusta. In 1996 werd Ducati verkocht en later werd MV Agusta het hoofdmerk van het bedrijf uit Varese. Cagiva en MV Agusta kwamen niet meer terug in de koningsklasse. MV Agusta werd – en is – wel actief in het WK Superbike paddock en is ook sinds een aantal jaren terug als team in de Moto2. De familie Castiglioni is – mede door de komst van nieuwe investeerders – naar de achtergrond verhuisd. De huidige CEO van MV Agusta Timur Sardarov – een Rus die zich duidelijk tegen de oorlog heeft uitgesproken – heeft grote plannen met het Italiaanse merk, want hij heeft geroepen rond 2030 in de MotoGP te willen rijden. Dat zou wel erg gaaf zijn!
Tot volgende week,
Asse Klein
Racesport.nl Supporter
Bent u een trouwe bezoeker van deze website, wilt u het werk van het Racesport.nl redactieteam mede ondersteunen en daarnaast ook nog eens regelmatig kans maken op fantastische prijzen?
Word dan nu Racesport.nl supporter. Meer info: www.racesport.nl/supporter