Tijdens de laatste Grand Prix van 2020 op het Autódromo Internacional do Algarve in Portugal kwam het tweede jaar van de samenwerking tussen Triumph en Dorna ten einde. Een goed moment om eens terug te kijken op deze twee jaren van de Britse motorenfabrikant in de Moto2 klasse en een blik te werpen naar de toekomst. In dit exclusieve interview spraken we met Steve Sargent (Chief Product Officer van Triumph) en Carlos Ezpeleta (Managing Director van Dorna, de organisator van het MotoGP wereldkampioenschap).
Nadat de 250cc klasse aan het einde van 2009 werd afgeschaft kwam er in 2010 de Moto2 klasse voor in de plaats. Een compleet andere klasse met een volledig andere filosofie. In plaats van de 250cc tweetakt prototypen werd er nu geracet met een standaard Honda CBR-600RR motorblok en konden verschillende chassisfabrikanten hun eigen chassis ontwikkelen.
Met ingang van seizoen 2019 werd Triumph de officiële leverancier van de motorblokken in Moto2 en dit werd een blok dat gebaseerd was op het 765cc driecilinder motorblok van de Street Triple RS. Met name meer vermogen maar ook de aanwezigheid van elektronica waren de belangrijkste redenen voor deze overstap.
Inmiddels heeft Triumph er dus twee seizoenen op zitten als leverancier van motorblokken in de Moto2 klasse en was er voor ons de kans om te spreken met Chief Product Officer Steve Sargent en Dorna’s Managing Director Carlos Ezpeleta, de zoon van CEO Carmelo Ezpeleta. Een goed moment om eens terug te kijken naar de afgelopen twee seizoenen en met name hoe uitdagend het afgelopen seizoen is geweest met de wereldwijde pandemie.
Steve Sargent: “Allereerst wil ik zeggen dat dit jaar natuurlijk dankzij meerdere redenen voor iedereen een emotionele achtbaan is geweest. Het is daarom een hele prestatie geweest om het MotoGP kampioenschap alsnog te laten plaatsvinden. In het begin van het seizoen stond ik op het punt om naar Qatar te vliegen totdat we erachter kwamen dat alles op slot ging waardoor we toen hebben besloten om niet te gaan. Achteraf was ik toch wel liever gegaan om eerlijk te zijn want het zou de enige race zijn dit jaar die ik live had kunnen bijwonen.
Na Qatar was het behoorlijk slopend met de gedachte dat we de komende tijd niet zouden racen. Na een tijdje nam Dorna contact met ons op met de mededeling dat er plannen waren gemaakt om alsnog een seizoen te kunnen hebben. Op dat moment was er vanuit ons niets meer dan waardering voor Dorna voor alle moeite en inzet die zij hebben gedaan om dit mogelijk te maken. Natuurlijk wilde Triumph graag weer racen maar ook op persoonlijk gebied, als liefhebber van de sport, was het een geweldige mogelijkheid om alsnog een volledig seizoen te hebben. Ik denk dat het een zeer indrukwekkende prestatie is geweest om in totaal vijftien raceweekenden te organiseren, ook al was het een behoorlijk druk schema aan het eind van het jaar.
Toen het racen eenmaal begon hebben we uiteindelijk een ongelooflijk spectaculair en spannend seizoen gehad. De races waren close en in het kampioenschap waren er dan ook veel verrassingen. Aanvankelijk dachten we dat Luca Marini weg zou lopen met het kampioenschap, toen zagen we een flinke opmars van Sam Lowes en met name voor ons als Britten was dat wel spannend. Hij crashte daarna een aantal keren en uiteindelijk is Enea Bastianini de meest constante coureur geweest dit jaar. Voor ons was het prachtig om het kampioenschap in de laatste race beslist te zien worden en zelfs die laatste race was nog zeer spannend. Ik denk dat het een zeer succesvol seizoen is geweest en wat ons betreft in Moto2, petje af voor Dorna dat het allemaal mogelijk was en wat Triumph betreft zijn we zeer tevreden.”
Carlos Ezpeleta: “Toen de gesprekken met Triumph begonnen meer dan drie jaar geleden waren we heel blij om hen weer welkom te heten in de paddock. Iedereen weet wie Triumph is en het is een legendarisch merk in de motorwereld. Het karakter van Triumph is heel anders vergeleken met de andere fabrikanten in de paddock en we waren dan ook zeer tevreden met hun terugkomst.
De samenwerking in de afgelopen jaren was wat ons betreft meer dan geweldig. Ze waren heel behulpzaam, zowel op technisch gebied als logistiek gebied, en ik denk dat het karakter van Triumph heel goed past binnen het kampioenschap. Het was heel belangrijk om deze duidelijkere stap te zetten van Moto3 naar Moto2 en van Moto2 naar MotoGP.
We zijn heel blij met Triumph en de manier zoals ze dit partnerschap presenteren en communiceren. We denken dat de Moto2 klasse een goed platform is om ook producten te laten zien. Op technisch gebied zijn we natuurlijk ook heel blij want we hebben vrijwel geen problemen gezien in deze eerste twee seizoenen. De performance is boven onze verwachting uitgestegen en de teams waren meteen al tevreden met zowel de prestaties van het blok als het niveau van de elektronica.
Het was voor ons allemaal een uitdagend jaar en het werk wat we dit jaar gedaan hebben, hebben we nog nooit eerder gedaan. Ook Triumph is heel behulpzaam gebleken en alles stond meteen klaar. Voor hen was het ook zeker lastig doordat ze de races niet bij konden wonen maar ook vanuit hun hoofdkwartier waren ze zeer behulpzaam. De resultaten spreken voor zich met vier titelkandidaten bij het ingaan van de laatste race.”
Hoeveel kan jullie deelname in andere kampioenschappen (British / World Supersport) bijdragen aan de ontwikkeling van jullie producten, en wordt dit dan ook weer geïmplementeerd in Moto2?
Steve Sargent: “Na twee seizoenen in Moto2 hebben we heel veel informatie en ervaring opgedaan met ons motorblok. We hebben toegang tot alle data van alle sessies van alle coureurs gedurende de raceweekenden en wanneer de blokken gestript worden na hun voorgeschreven levensduur komt ook die informatie allemaal terug bij het hoofdkwartier van Triumph zodat we kunnen zien wat er precies gebeurt. De coureurs die deze blokken gebruiken in het Moto2 kampioenschap pushen natuurlijk zeer hard, het zijn in principe de meest veeleisende en beste testcoureurs voor een motorblok.
We hebben natuurlijk aangekondigd dat we terugkeren in British Supersport en dan een jaar later in World Supersport. De basis daarvan is het Street Triple motorblok, dezelfde als in Moto2. Het zal niet exact dezelfde specificatie zijn als in Moto2 maar veel componenten die ontwikkeld zijn in Moto2 zullen ook beschikbaar zijn als kit voor Supersport. Het succes in Moto2 heeft laten zien waartoe wij in staat zijn en het geeft ons een mogelijkheid om dat verder te ontwikkelen en te gebruiken in andere kampioenschappen.”
Het doel was natuurlijk altijd om een heel betrouwbaar pakket te leveren maar het Triumph motorblok is daadwerkelijk extreem betrouwbaar gebleken. Heeft dat zelfs jullie enigszins verrast?
Steve Sargent: “We zijn natuurlijk heel blij met hoe betrouwbaar het motorblok is gebleken. We kennen het driecilinder platform uiteraard heel goed en het is waar we zeer veel ervaring mee hebben. Sinds de eerste Daytona hebben we eindeloos veel testkilometers gedraaid en we hebben met dat driecilinder blok ook al eerder samengewerkt met teams in World Supersport en British Supersport.
Dus één van de eerste zaken waar Dorna en wij het over eens waren was natuurlijk dat betrouwbaarheid de belangrijkste factor zou zijn. Het hele testprogramma duurde zo’n achttien maanden voordat we daadwerkelijk startten in de Moto2 klasse maar met name was dat om betrouwbaarheid te kunnen garanderen. We zijn zeer tevreden over hoe dit is uitgepakt maar ik kan daardoor niet echt zeggen dat het een verrassing was.”
Carlos, toen de switch van Honda naar Triumph plaatsvond werd er veel gesproken over het verkleinen van het gat tussen Moto2 en MotoGP. Wat is de feedback geweest van coureurs die die stap hebben gemaakt?
Carlos Ezpeleta: “Het is niet alleen een kwestie van het gat tussen Moto2 en MotoGP verkleinen want de machines zijn uiteraard compleet anders. Het was meer een kwestie van het in lijn brengen van de drie Grand Prix klassen, voornamelijk op technisch en elektronisch gebied. Voordat Triumph in dit kampioenschap kwam was de Moto3 klasse wat betreft elektronica veel gevorderder dan de Moto2 klasse wat niet alleen een minder positief gevolg had voor coureurs maar ook voor de teams en technici, waarvan er velen uiteraard ook graag willen doorgroeien naar de MotoGP klasse. Sinds het begin van ‘tijdperk Triumph’ was het algemene gevoel positief wat betreft de richting die werd opgegaan van performance en elektronica. Het was daardoor een eenvoudige keuze om de drie klassen wat meer in lijn te brengen. Het is niet alleen het vermogen dat telt maar coureurs krijgen hierdoor ook meer ervaring in het afstellen van de machine en het zoeken naar de juiste setup. Alle teams die nieuwe rijders hebben ontvangen vanuit de Moto2 klasse zijn erg tevreden.
In de laatste jaren hebben we gezien dat één bepaald chassis zeer dominant is gebleken. Met het bevriezen van de ontwikkeling voor 2021 vanwege de pandemie, wordt er überhaupt een concessiepunten systeem overwogen, net zoals in MotoGP?
Carlos Ezpeleta: “Ik kan het daar tot op een bepaald punt mee eens zijn alhoewel onder andere KTM met name vorig jaar zeer dicht bij de Moto2 wereldtitel kwam. De uiteindelijke uitkomst van een Moto2 kampioenschap heeft natuurlijk heel veel te maken met de coureurs en de coureurs die de verschillende fabrikanten hebben. De klasse is zeer competitief en de resultaten worden voornamelijk beïnvloed door de coureurs dus ik denk niet dat de achterstand onoverbrugbaar is. Er hebben verschillende fabrikanten op het podium gestaan en ook op de zaterdag zijn er door meerdere fabrikanten goede resultaten behaald. Iedere tiende van een seconde is moeilijker te overbruggen en in de komende jaren zullen we dat gat kleiner zien worden. Het is uiteraard lastiger voor teams om topcoureurs te overtuigen voordat je goede resultaten hebt behaald. Op dit moment wordt er niet gesproken over een concessiepunten systeem in de Moto2 klasse.”
Steve, vindt er communicatie plaats tussen jullie en de chassisfabrikanten? Zo ja, hoe gaat dit in zijn werk?
Steve Sargent: “Vanuit ons is het belangrijkste dat het Moto2 kampioenschap een gelijk speelveld is, ook voor alle chassisfabrikanten die deel willen nemen. Onze communicatie met de fabrikanten verloopt daardoor alleen via de officiële kanalen waarbij wij informatie vrijgeven naar alle fabrikanten, er is geen één-op-één contact. Het komt niet voor dat zij ons bepaalde feedback geven en vervolgens om advies vragen, juist omdat we het een gelijk speelveld willen houden.”
Bekijk je Racesport.nl op je mobiel, download dan nu de nieuwe Racesport.nl App