Eddie Lawson, de dominerende factor in de 500cc klasse

321

Hij pakte gedurende zijn carriˆ¬re maar liefst vier wereldtitels in de koningsklasse en tijdens de tweede helft van de jaren Õ80 was hij tevens aan het eind van ieder seizoen terug te vinden in de hoogste regionen van de eindstand in deze zelfde 500cc klasse; Eddie Lawson. Vanwege zijn constante prestaties kreeg hij al gauw de bijnaam ÔSteady EddieÕ, alhoewel hij er in Assen nog wel eens bij wilde gaan liggen.

Eddie Lawson begint reeds in 1970 met dirttrack-racen in zijn eigen land en daarbij wint hij direct al diverse races. Vanaf 1977 is Lawson officieel beroepscoureur en ook in dit veld is hij meteen zeer succesvol. In datzelfde jaar maakt hij tevens zijn debuut op een wegrace-machine en ook hierbij doet hij al vrij snel van zich spreken. Dit heeft ook de renstal van Kawasaki in de gaten, die Lawson enige tijd later een contract aanbiedt. Op dat moment is Lawson ook nog steeds als dirttrack-coureur actief, maar al vrij snel komt het wegracen op de voorgrond te staan. Zijn eerste AMA-titel pakt Lawson in 1980 voor Kawasaki in de 250cc klasse en deze titel weet hij in 1981 te prolongeren. Datzelfde jaar pakt hij tevens de AMA Superbike-titel en ook in 1982 wint hij dit kampioenschap.
Ondertussen heeft Eddie tevens reeds zijn debuut gemaakt in de GPÕs. In 1981 verschijnt hij zowel in Duitsland, in Itali‘ als in Frankrijk aan de start van de 250cc-race op de Kawasaki. In de trainingen doet hij het aldaar voortreffelijk, maar vanwege een gebroken krukas, een val en een defecte ontsteking komt hij in de drie races telkens niet aan de finish.
Ook tijdens de races op Daytona is Lawson dan al zeer succesvol gebleken. In 1980 wint hij de kwartliter 100 mijlen-race op een privŽ-Yamaha en het jaar daarop is hij in deze klasse opnieuw de sterkste. In 1982 staat Lawson op Daytona onder andere aan de start van de meest belangrijke 200 mijlen-race met de (voor hem) geheel nieuwe Kawasaki KR500. Tijdens de trainingen weet hij de moeilijk te besturen machine tot ieders verrassing op de eerste startrij te kwalificeren en in de race slaagt hij er zelfs in enige tijd aan de leiding te rijden. In de 25e ronde van de race, als hij nog steeds aan kop ligt, valt hij echter uit met technische problemen.
Lawson hoopt vervolgens voor 1983 op een contract bij Kawasaki in de GPÕs om met deze zelfde KR500 in de koningsklasse aan het vertrek te mogen komen staan. Dit gaat voor Eddie echter niet door, omdat Kawasaki eind 1982 zijn GP-activiteiten stopzet. Dankzij onderhandelingen van LawsonÕs manager, Gary Howard, kan Eddie in 1983 toch gaan rijden in de koningsklasse en wel voor het Marlboro Yamaha Team van Giacomo Agostini, waar hij komt te rijden naast Ôzijn leermeesterÕ Kenny Roberts. Dit team biedt hem meteen een tweejarig contract aan. Aangezien Roberts voor aanvang van het seizoen al heeft aangegeven, dat het zijn laatste jaar wordt, moet Lawson dus de opvolger van deze zelfde Roberts gaan worden. Beide heren krijgen dat jaar de beschikking over hetzelfde materiaal en aanvankelijk zal er geen sprake zijn van stalorders. Voor Lawson zal het vooral een leerjaar moeten worden.
Zijn offici‘le wegrace-debuut met de Marlboro Yamaha maakt Lawson op Daytona; het weekend voorafgaand aan de eerste GP van dat seizoen op het circuit van Kyalami in Zuid-Afrika. Op Daytona finishen de Yamaha-mannen Roberts en Lawson respectievelijk knap als eerste en als tweede.







Roberts heeft het in datzelfde 1983 in de GPÕs zwaar aan de stok met Freddie Spencer en het is uiteindelijk deze Honda-coureur (tevens voormalig concurrent van Lawson in de VS), die er dat jaar net met de wereldtitel vandoor gaat door slechts twee puntjes meer bij elkaar te rijden dan zijn grootste concurrent. Lawson weet zich in zijn debuut-seizoen ook vier keer naar het podium te rijden, waarbij een tweede plaats in Oostenrijk zijn beste resultaat van het jaar is. Alleen in Frankrijk komt hij niet tot scoren. In Joegoslavi‘ lopen de spanningen tussen Roberts en Lawson echter nog even hoog op, als Eddie zich in de slotfase van de race niet laat terugzakken om zijn slecht gestarte teamgenoot alsnog te laten passeren en daarmee een tweetal (uiteindelijk zeer kostbare) extra punten voor het wereldkampioenschap te laten scoren. Roberts is daar aanvankelijk nogal kwaad over.
Spencer wordt dat jaar dus wereldkampioen, Roberts wordt tweede en ook op de derde plek in de eindstand vinden we een Amerikaan terug, namelijk Randy Mamola. Lawson maakt het feestje voor de Verenigde Staten compleet door op een vierde plek te eindigen in de eindstand, als dus tevens de vierde Amerikaan.

Met ingang van het seizoen 1984 vinden we Roberts dus niet meer als motorcoureur actief terug in de GP-racerij en daardoor wordt Lawson vanaf dat moment de nieuwe kopman binnen het team van Yamaha. Zijn teamgenoot dat seizoen is Virginio Ferrari (die een aantal keren wordt vervangen door Tadahiko Taira).
Lawson moet dat jaar afrekenen met een legertje HondaÕs, bestuurd door mannen als regerend-wereldkampioen Spencer, Randy Mamola, Raymond Roche en Ron Haslam. Lawson, alias ‘de SprinkhaanÕ, begint het seizoen echter goed met een overwinning in Zuid-Afrika. In Itali‘ finisht hij als tweede en vervolgens wordt hij in Spanje en in Oostenrijk weer als winnaar afgevlagd. Richting het eind van het seizoen wint hij ook nog de race in Zweden. In de tussentijd heeft Lawson ook op de andere circuits zijn punten bij elkaar gereden, waardoor hij overduidelijk de nieuwe 500cc-wereldkampioen wordt in 1984. Na afloop van het seizoen blijkt, dat Eddie overal aan de meet is gekomen, waarbij hij ook altijd binnen de top 4 is gefinisht. Tevens is hij dus als enige top-Yamaha-rijder (van Ferrari kon hij dat jaar geen steun verwachten) de grootste concurrent, Honda, te snel af geweest, die zijn mannen op de plaatsen twee tot en met vijf ziet eindigen in de eindstand, duidelijk in de schaduw van Lawson.

In 1985 probeert Eddie zijn titel aan boord van de Yamaha te prolongeren. Roche is van Honda overgekomen om Lawson dat jaar te steunen.
Lawson presteert gedurende het seizoen opnieuw zeer constant. Hij wint drie races en alleen in Assen komt hij niet aan de finish na een valpartij in de stromende regen. ÔSteady EddieÕ heeft dat jaar echter te maken met een nog snellere Spencer, die na een enigszins teleurstellend seizoen daarvoor opnieuw op zijn geweldige niveau uit 1983 weet te rijden. ÔFast FreddieÕ wint maar liefst zeven races in 1985 (en hij wordt drie keer tweede) en dit is uiteindelijk genoeg om de titel (ook voor Honda) weer terug te pakken. Met 141 punten is hij gedurende het seizoen net iets sterker gebleken dan Lawson, die met 133 punten op een tweede plek in de eindstand eindigt. De rest van het veld volgt op grote achterstand (alleen Sarron en Mamola weten dat jaar naast Spencer en Lawson ook een race te winnen).

Voor Eddie is het in 1986 dus zaak om zijn titel weer terug te pakken. Daarbij krijgt hij dat jaar de meeste tegenstand van Wayne Gardner en Mamola. Gardner heeft reeds in 1985 goede prestaties geleverd aan boord van de fabrieks-Honda en tijdens het seizoen 1986 wordt hij al gauw tot de nieuwe kopman binnen dit team gekroond, als blijkt dat Spencer vanwege een vervelende polsblessure een groot gedeelte van het seizoen zal moeten missen. Mamola daarentegen heeft ondertussen de overstap gemaakt naar Yamaha, waar hij samen met Mike Baldwin komt te rijden in het nieuwe ÔtweedeÕ Yamaha-team van voormalig-wereldkampioen Roberts (met Lucky Strike-sponsoring). Rob McElnea is in 1986 de nieuwe teamgenoot van Lawson bij het Marlboro Yamaha-team van de andere grootheid Agostini. Een ÔderdeÕ Yamaha-team wordt dat jaar overigens (opnieuw) gevormd rondom Christian Sarron (Sonauto Gauloises).
Zijn constante presteren zorgt ervoor dat Lawson dat seizoen aan boord van zijn Yamaha opnieuw de titel binnenhaalt. Andermaal komt hij alleen in Assen (door een zeer domme valpartij in de eerste ronde in de Stekkenwal) niet aan de streep, maar in de andere races eindigt hij constant op het podium (waaronder zeven overwinningen). Daar kunnen Gardner en Mamola niet aan tippen, die als enige twee andere coureurs dat jaar ook een aantal GPÕs weten te winnen. Qua constantheid doen ze dat jaar overigens niks voor Lawson onder; Gardner komt ook slechts ŽŽn keer niet tot scoren, terwijl Mamola zich daarentegen overal in de punten weet te rijden.

Het seizoen 1987 telt 15 races en dat zijn er maar liefst vier meer dan het jaar daarvoor. Een grote stoelendans heeft er aan het eind van het seizoen 1986
overigens niet plaatsgevonden. Agostini heeft daarentegen wel de beschikking gekregen over een derde vaste rijder in 1987. Taira rijdt dat jaar namelijk gedurende het gehele seizoen samen met Lawson en McElnea voor het Marlboro Yamaha-team.
Net als in 1985 raakt Eddie zijn titel in 1987 na ŽŽn jaar direct al weer kwijt. Dat seizoen zijn het opnieuw Lawson, Mamola en Gardner, die het kampioenschap domineren, alleen dit keer is het Gardner die er met de titel vandoor gaat. De Australi‘r weet zich tijdens alle races in de punten te rijden (waaronder zeven overwinningen). Lawson zelf wint vijf races, maar daar tegenover staat ook, dat hij tijdens drie races geen punten weet te scoren. Lawson eindigt uiteindelijk op een derde plek in de eindstand, nog achter Mamola, die gedurende het seizoen net ŽŽn puntje meer bij elkaar heeft weten te rijden dan Eddie.

In 1988 kunnen we echter weer spreken van een echte ÔSteady EddieÕ. Lawson rijdt zich dat jaar namelijk weer overal in de punten (met Didier de Radigues als zijn nieuwe teamgenoot binnen het Marlboro Yamaha Team). Hij begint het seizoen direct erg sterk met een aantal overwinningen, waardoor hij meteen al een aardige voorsprong in het kampioenschap heeft opgebouwd ten opzichte van zijn grootste concurrent, regerend-wereldkampioen, Gardner. De Australi‘r zet gedurende het tweede gedeelte van het seizoen alles op alles om zijn achterstand, opgelopen in de eerste helft van het seizoen, goed te maken, maar zelfs vier overwinningen zijn niet genoeg voor hem om Lawson nog te passeren in de stand, die uiteindelijk zelf op zeven zegeÕs uitkomt. Daarmee is de derde titel voor Ôde SprinkhaanÕ een feit.

Dan breekt het seizoen 1989 aan, een oneven jaartal zoals ook 1985 en 1987, toen Lawson zijn titel, behaald in het jaar daarvoor, direct al weer in moest leveren. Daarmee was het tevens vanaf 1983 altijd Honda geweest dat de titel pakte in de oneven jaren en Yamaha dat in de even jaren de sterkste was. Zou Eddie er dit keer dan eindelijk een keer in slagen zijn titel echt te prolongeren? Daarvoor maakt hij dat jaar in ieder geval de overstap naar Honda (misschien ook wel met het oog op de zojuist beschreven geschiedenis), waar hij komt te rijden naast zijn voormalige grootste concurrent Gardner en nieuwkomer Michael Doohan.
Gardner kan dat jaar geen potten breken vanwege langdurig blessureleed, maar Lawson heeft dat jaar een nieuwe waardige tegenstander gekregen in zijn landgenoot Wayne Rainey, die reeds in 1988 een nette derde plek heeft weten te pakken in de eindstand bij de halveliters. Het is deze zelfde Rainey, die lange tijd de leiding in de tussenstand heeft in 1989, maar Lawson volgt de Yamaha-rijder op de voet door zich bijna overal (alleen in Australi‘ niet) naar het podium te rijden. De GP van Zweden zorgt echter voor de ommekeer. Rainey crasht gedurende de wedstrijd, terwijl Lawson diezelfde race op zijn naam weet te schrijven en daarmee de koppositie in de tussenstand van zijn landgenoot kan overnemen. Deze geeft hij vervolgens niet meer uit handen. Daarmee is Lawson er eindelijk in geslaagd twee jaar achter elkaar wereldkampioen te worden. En daarmee is tevens de reeks (Honda oneven, Yamaha even) nog niet doorbroken.

1990 is vervolgens weer een even jaar en volgens de voorspelling zal het dat jaar weer Yamaha moeten zijn, dat de titel pakt. Ook Lawson vinden we dit jaar weer terug bij Yamaha, waar hij komt te rijden bij het team van Roberts (nu met Marlboro-sponsoring, nadat Lucky Strike de overstap heeft gemaakt naar het team van Suzuki). Agostini vinden we dat jaar niet meer terug als teamleider in de 500cc klasse. Hij heeft dat jaar zijn eigen Marlboro Yamaha Team in de 250cc klasse, waar hij het onder andere opneemt tegen het andere Marlboro Yamaha Team van Roberts, die ook bij de kwartliters vertegenwoordigd is. Door de afwezigheid van Agostini in de koningsklasse is het team van Roberts dus het nummer ŽŽn Yamaha-team dat jaar. Eigenlijk had Roberts deze titel van Agostini al in 1989 overgenomen. De prestaties van de rijders van Roberts (Rainey en Magee) waren toen al een stuk beter dan de klasseringen van de rijders van Agostini (Mackenzie en Spencer). En daarnaast was er ook altijd nog het Sonauto Gauloises Yamaha Team geweest (met als belangrijkste troef nog steeds Christian Sarron).
Terug naar Lawson, die in 1990 Rainey als teamgenoot krijgt, waarmee we net als in 1989 opnieuw de wereld- en de vice-wereldkampioen van het jaar daarvoor binnen ŽŽn en hetzelfde team terug kunnen vinden.
Yamaha zet de reeks voort en neemt in 1990 weer de titel van Honda over. Dit doet men echter met Rainey, die voor de eerste keer in zijn carriˆ¬re wereldkampioen wordt. Voor Lawson zelf wordt het een rampzalig jaar. Tijdens de tweede GP van het jaar, op zijn thuiscircuit Laguna Sega, maakt Eddie tijdens de trainingen een ontzettend zware valpartij mee. Wonder boven wonder overleeft Lawson de crash, maar hij moet vervolgens wel een groot gedeelte van het seizoen missen. Tijdens het tweede gedeelte van het seizoen weet hij nog wel een aantal podiumplaatsen te pakken, maar tot een overwinning komt Ôde SprinkhaanÕ dat jaar niet meer. Uiteindelijk eindigt hij op een teleurstellende zevende plek in de eindstand.

Voor aanvang van het seizoen 1991 zorgt Lawson vervolgens voor de meest spectaculaire transfer van dat jaar. Na zijn teleurstellende seizoen bij Yamaha in 1990, waar hij dus ook nog eens zijn teamgenoot Rainey de wereldtitel zag pakken, gaat Eddie vanaf dat moment rijden voor het team van Cagiva. Deze Italiaanse renstal is dan al meerdere jaren in de koningsklasse vertegenwoordigd geweest, waarbij het nog nooit tot echte grote successen is gekomen. De beste prestatie voor het team van de gebroeders Castiglioni tot dan toe is een derde plek tijdens de GP van Belgi‘ in 1988 met Mamola, maar een rol van betekenis in het kampioenschap heeft het tot dan toe nog nooit kunnen spelen. Lawson moet daar verandering in gaan brengen.
Overwinningen worden er dat jaar nog niet geboekt, maar wel weet Lawson zijn constante presteren van weleer redelijk te benaderen. Hij rijdt zich regelmatig in de punten met als beste resultaat twee derde plekken. Uiteindelijk vinden we Eddie aan het eind van het seizoen op een knappe zesde plek terug, waarmee Cagiva voor het eerst in de geschiedenis erin is geslaagd zich binnen de top 10 van de eindstand te rijden.

In 1992 blijft Lawson rijden voor het team van Cagiva, waar hij opnieuw onder Agostini komt te rijden, die vanaf dat jaar de nieuwe teammanager binnen dit team is. Constant presteert Eddie dat seizoen absoluut niet, maar wel boekt hij voor Cagiva dat jaar de eerste overwinning uit de geschiedenis van dit merk. Reeds in Assen zijn er re‘ele kansen voor Lawson op een zege, als een groot gedeelte van de toppers niet aan de start kan verschijnen vanwege blessures. Gedurende de race rijdt Eddie een aantal ronden op een tweede plek achter Kevin Schwantz. In een poging aan zijn landgenoot voorbij te gaan bij het insturen van de Haarbocht gaat het echter mis voor beide Amerikanen. Tijdens de daaropvolgende GP in Hongarije is Lawson echter wel succesvol door op een zeer sterke manier onder verraderlijke omstandigheden de race te winnen, waarmee de eerste Cagiva-overwinning uit de geschiedenis een feit is. Aan het eind van het seizoen vinden we Eddie echter pas terug op een negende plek in de eindstand.

Vanaf 1993 verschijnt Lawson vervolgens niet meer aan de start van de GPÕs. Wel doet hij in 1993 en in 1994 nog mee aan de Daytona 200. In 1993 weet hij deze race op zijn naam te schrijven, terwijl hij het jaar daarop als derde over de finish komt. Daarna is Lawson nog terug te vinden in de autoracerij bij de Indy Cars om uiteindelijk na een aantal jaren op vier wielen te hebben gereden, zijn race-carriˆ¬re te be‘indigen.

Met vier wereldtitels (1984, 1986, 1988 en 1989) mag Lawson uiteindelijk dus wel de grote ster van de jaren Õ80 in de koningsklasse genoemd worden. Direct na zijn introductie in de GPÕs in 1983 moest er al serieus rekening worden gehouden met de Amerikaan, die vanw
ege zijn constante presteren lange tijd een dominerende rol zou spelen op mondiaal gebied bij de halveliters.

Erelijst van Eddie Lawson:

31 overwinningen
4 wereldtitels

1983:
500cc: geen overwinningen, 4e in de eindstand

1984:
500cc: vier overwinningen, 1e in de eindstand

1985:
500cc: drie overwinningen, 2e in de eindstand

1986:
500cc: zeven overwinningen, 1e in de eindstand

1987:
500cc: vijf overwinningen, 3e in de eindstand

1988:
500cc: zeven overwinningen, 1e in de eindstand

1989:
500cc: vier overwinningen, 1e in de eindstand

1990:
500cc: geen overwinningen, 7e in de eindstand

1991:
500cc: geen overwinningen, 6e in de eindstand

1992:
500cc: ŽŽn overwinning, 9e in de eindstand

Tekst: Asse Klein, [email protected]
Bron foto: www.vintagebike.co.uk

Eddie Lawson op weg naar zijn tweede wereldtitel in 1986 aan boord van de Yamaha.