Door MENNO POLS; dagblad ÒDe Gelderlander. ULFT 10-09-2004- Het motorraceteam van Mile Pajic uit Ulft wil hogerop. De achtste plaats van coureur Arie Vos op de WK – wedstrijd in de Supersportklasse afgelopen weekeinde in Assen was dan ook een mooie opsteker. Arie Vos uit Oss (28) verdient zijn brood op de steiger. In het weekend stapt hij op een van de Kawasaki’s van het Mile Pajic Road Racing Team uit Ulft. Hij rijdt dan wedstrijden in het Open Nederlands Kampioenschap in de Supersport 600-klasse (600 cc). Vanwege zijn goede prestaties in dit kampioenschap (Vos staat in de tussenstand op de derde plaats) kreeg hij van de organisatie van de WK-wedstrijd Supersport 600 in Assen van afgelopen weekeinde een wild card (eenmalig startbewijs). Prompt werd hij achtste, in een veld van wereldtoppers. Beroepscoureur Jurgen van de Goorbergh, twee jaar geleden nog actief in de MotoGP, de Formule 1 van het motorracen, werd in dezelfde race vijfde.
“Van de Goorbergh moet zich schamen, met zulk materiaal”, aldus Vos. Je kunt het ook omdraaien en stellen dat Vos zondag een beresterke wedstrijd reed.
“Dat klopt. Het ging heel goed”, zegt de Ossenaar nuchter. Hij zou zich dolgraag vaker meten met de wereldtop. “Dat is echt een droom van me.” Voorlopig zal het ook nog wel even een droom blijven, want om aan het WK deel te nemen is geld nodig, veel geld. “Toch willen we het proberen. Daarom pakken we de zaken nu wat serieuzer aan”, aldus de 48-jarige Mile Pajic, de nestor van het team.
Pajic weet wat het is om op het hoogste niveau uit te komen: hij reed in de jaren tachtig twee jaar Grand Prix in de 500 cc-klasse. In die tijd kon een privrijder met een leuke fiets en een paar slimme monteurs nog aardig meedoen. Inmiddels is de sport een stuk professioneler en vooral kostbaarder geworden. Daarom heeft Pajic nu samen met een groep Ulftse ondernemers een stichting opgericht die zich ten doel stelt sponsorgeld bijeen te brengen. Dat zal nog een hele klus worden, want Nederland heeft niet zo’n raceklimaat. “Nederlandse bedrijven zijn niet erg geneigd om reclame te maken via de snelheidssporten.”
Daarnaast heeft het te maken met de kleine Nederlandse markt. Een grote motorenfabriek ziet liever een Spaanse of Italiaanse coureur op haar motor dan een Nederlander. Want als in die landen de verkoop van motoren een paar procent stijgt, worden er per saldo veel meer motoren verkocht dan in Nederland het geval zou zijn. Maar Pajic, in Kroati geboren maar al vanaf zijn twaalfde in Nederland woonachtig, is een doorzetter. “Dat is een voorwaarde in deze wereld. Het is ook een belangrijke karaktertrek van Arie Vos. Mede daarom zie ik het in hem zitten.”
Behalve Vos rijden in het team van Pajic twee Ulftse coureurs: Swen Ahnendorp (20), die ook in het ONK Supersport 600 uitkomt, en Arno Visscher (28), die in de relatief nieuwe Superstock-klasse uitkomt. Hierin wordt gereden met standaardmotoren, wat wil zeggen dat ze maar weinig verschillen van de motorfietsen die in de winkel te koop zijn, tot maximaal 1000 cc.
Ook Pajic pakt zelf nog wel eens een wedstrijdje mee. “De jaren beginnen echter te tellen. Daarom richt ik me steeds meer op het bedrijf dat ik naast het team heb, Pajic Research & Development,(onderzoek en ontwikkeling – MP).” De Ulftenaar ‘tunet’ motorblokken. Tuning is het vergroten van het vermogen van de motor door aan de afstelling te sleutelen.
“Ik zoek de extra pk’s vooral in de ademhaling van de motor. Er gaat lucht en benzine in, en er komt uitlaatgas uit. Het is net als met een hardloper: als de ademhaling optimaal is, loopt hij harder”, legt de geboren Kroaat beeldend uit. “Ik probeer vooral de snelheid van de luchtstroom te vergroten, waardoor de cilinders zich sneller met het mengsel vullen. Verder moet de uitlaat precies genoeg tegendruk geven. Niet te weinig, dan verbrandt het mengsel te snel, en niet te veel, want dan kunnen de uitlaatgasssen niet weg. De in- en uitlaatkleppen moeten precies de juiste timing hebben. Aangezien we praten over motoren met een maximaal toerental van zestienduizend per minuut, gaat het daarbij om duizendsten van seconden.” Als tuner begint Pajic internationale faam op te bouwen. Tijdens een recente wedstrijd in Spanje bleek een door hem getuned motorblok meer pk’s te leveren dan een blok van een Kawasaki-fabrieksteam.
“Dat heb ik wel vaker meegemaakt”, stelt Pajic laconiek. “Ik heb het voordeel dat ik zelf coureur ben. Ik kan op de motor stappen en een paar ronden rijden, om te voelen wat het blok doet.” Bestaat de kans dat hij wordt ‘weggekocht’ door een Kawasaki-fabrieksteam, dat internationale wedstrijden rijdt? “Dat weet ik niet. Het zou vleiend zijn als er zo’n aanbod zou komen. Maar voorlopig wil ik vooral met mijn eigen team hogerop komen.”