Column Collin Veijer: “Ik moet zelf het vertrouwen zien te krijgen, dat is onderdeel van het proces”

3135
Collin Veijer | © Intact GP

Op Racesport.nl hebben we dit seizoen een aantal vaste columnisten die wekelijks hun visie delen over de actualiteiten in de motorsport. Deze vooraanstaande namen uit de Nederlandse motorsport kunnen dankzij hun positie een unieke inkijk geven in hoe het er met name achter de schermen aan toegaat. 

Deze week is Collin Veijer onze columnist. De achttienjarige coureur uit Staphorst maakt dit jaar zijn debuut als Grand Prix coureur in de Moto3 klasse bij het LIQUI MOLY Husqvarna Intact GP team.





Ik zit momenteel weer in Spanje (Barcelona) maar we hebben te maken met ontzettend slechte weersomstandigheden. Het is daarom niet altijd mogelijk om te trainen maar ik heb de laatste tijd wel veel motorcross kunnen doen. Het lijkt weer beter te worden de komende dagen dus dan kunnen we weer trainen zoals we gewend zijn.

Terugkijkend op de afgelopen twee Grand Prix weekenden in Jerez en Le Mans zijn me toch wel een aantal dingen bijgebleven en heb ik ook veel geleerd. Zo begonnen we het weekend in Jerez goed in FP1 maar kregen we ’s middags in FP2 te maken met technische problemen waardoor ik veel cruciale rijtijd verloor. Op zaterdagochtend wist ik me nog wel te verbeteren maar kwam ik net iets tekort op een plaats in Q2. In Q1 reed ik mijn ronden alleen, met name omdat het team graag wil dat ik mijn tempo alleen kan rijden, maar mede daardoor zat er geen plaats in Q2 in voor mij. In de race in Jerez kwam ik in de slotfase ten val maar heb ik de motor wel weer opgepakt, de race uitgereden en zelfs nog iemand in kunnen halen in de laatste ronde. Wat me daarvan is bijgebleven is dat je nooit moet opgeven, je weet nooit wat er kan of gaat gebeuren.

Jerez is meestal een goede graadmeter voor waar iedereen precies staat. Iedereen heeft daar vaak gereden en het is een circuit dat eigenlijk alles heeft waardoor het vaak wel een duidelijke indicatie is van hoe alle rijders en teams er echt voor staan. In ons geval betekent dat dat we nog niet eens zo heel ver van de top verwijderd zijn, vooral gezien het feit dat ik in bijna alle sessies alleen heb gereden.

Dat was in Le Mans niet anders, vrijdag reed ik wee mijn eigen tempo maar helaas zorgde een klein technisch probleem opnieuw voor oponthoud. Zaterdagochtend was de baan nog grotendeels nat waardoor de rondetijden van vrijdag dan ook niet geëvenaard werden. Dat betekende opnieuw een plaats in Q1 maar ik wist in die sessie wel hoge ogen te gooien. Ik reed aanvankelijk in een groep maar iedereen ging op een bepaald moment naar binnen. Ik ging mee maar het duurde me allemaal iets te lang voordat iedereen weer de baan op ging, dus besloot ik om alvast in mijn eentje te gaan.

Dat ging vrij goed en ik was behoorlijk hard aan het pushen. Ik zat al anderhalve seconde onder mijn eigen beste tijd in Le Mans en, nog belangrijker, op dat moment was mijn ronde ruim twee tienden sneller dan de concurrentie waarmee een plaats in Q2 binnen bereik leek. Helaas ging het mis in bocht 10 en werd ik de lucht ingeslingerd. Dat was een flinke klapper en het resulteerde dan ook in een beetje hoofdpijn en een pijnlijke pols aan het einde van de race op zondag. Er kwamen na afloop van Q1 ook meerdere mensen naar me toe om te zeggen hoe snel ik was in die ronde voordat het mis ging. Dat is op zich allemaal wel leuk en zo, maar je hebt er helemaal niets aan. Toch besloot ik wederom om niet op te geven en het maximale eruit te halen de dag erna.

In het algemeen kan ik tevreden zijn over de eerste paar Grand Prix weekenden. Ik rijd meestal alleen en ik weet ook dat het tempo er echt wel in zit, ik laat ook zien dat het kan. We moeten er alleen voor zorgen dat ik meer vertrouwen krijg met en op de motor, Als ik meer vertrouwen in mijzelf krijg dan denk ik dat we zeker nog wel een stap kunnen maken, we staan er namelijk niet eens zo heel slecht voor omdat ik zoveel alleen gereden heb.

Het is het proces dat ik samen met mijn team ben aangegaan, al wil zelf natuurlijk graag meer en een beter resultaat scoren. We weten echter dat het een lang leerproces is, maar we zien al wel dat het zijn vruchten afwerpt. Zo verwachtte ik in Le Mans niet dat ik zelf een rondetijd kon rijden die goed was voor Q2, maar toen mijn crew chief mij wist te overtuigen werd het duidelijk dat ik dat wel kon. Dat is het vertrouwen dat we in het resterende deel van dit seizoen moeten zien te krijgen.

Tot over vier weken,
Collin Veijer


 

Lees hieronder de vorige columns:
10. Column Wilco Zeelenberg: “Ik maak me zorgen, er staat nu zoveel druk op de rijders”
9. Column Glenn van Straalen: “Ik ben samen met het EAB Racing Team naar een hoger niveau gegroeid, we kunnen nog mooie dingen laten zien”
8. Column Michael van der Mark: “Het ging zo snel, ik wist meteen dat het fout zat”
7. Column Collin Veijer: Dit is hoe ik een Grand Prix weekend op een nieuw circuit voorbereid
6. Column Wilco Zeelenberg: “Ik vraag me af of het beoogde doel van de Sprint races behaald wordt”
5. Column Glenn van Straalen: Zo rijd ik op het TT Circuit Assen
4. Column Michael van der Mark: “De agressie in de MotoGP is te verklaren”
3. Column Collin Veijer: “Het doel is om de beste rookie te worden”
2. Column Wilco Zeelenberg: “Wij hoeven voor niemand onder te doen”
1. Column Glenn van Straalen: “Het kampioenschap klopt nog van geen kant!”