Column Bertus Folkertsma: Race of the Frustrations

89

Dutch Superbikescoureur Bertus Folkertsma vertelt in een nieuwe column over zijn ervaringen tijdens de laatste ONK-wedstrijd in Assen en denkt na over hoe je tot betere resultaten kunt komen.

 

Race of the Frustrations, zo zou ik de Race of the Champions beter kunnen omschrijven. Als je je voor de race als 27e kwalificeert en vervolgens als 33e over de finish komt dan is er toch weinig reden tot vreugde. En dan ook nog als 13e in het kampioenschap eindigen, ja daar wordt het niet veel beter van. Is het verstandig om volgend jaar met dat ongeluksgetal over de circuits te scheuren?

Ik heb de afgelopen tijd regelmatig nagedacht over hoe je als coureur tot de meest optimale prestaties kunt komen.

Er zijn natuurlijk veel factoren die hier een rol in spelen. Ik wil er enkele de revue laten passeren.

In de eerste plaats is dat talent. Of ik het heb laat ik maar in het midden, in ieder geval is het iets dat je hebt of niet. Op geen enkele manier kun je daar enige invloed op uitoefenen.

Anders ligt dat met de voorbereiding. Die heb je natuurlijk wel geheel in eigen hand. En ik doe daar, jullie hebben dat in eerdere columns al kunnen lezen, het nodige aan. Ik doe mijn best om iedere keer weer topfit aan de start te verschijnen. Maar ik vraag me wel eens af, hoe belangrijk is een goede conditie eigenlijk? Ik denk even terug aan de wedstrijden in Oschersleben eerder dit jaar. Ik weet nog goed dat ik in de tweede race al gauw met een groep rijders in gevecht was, waarvan Uwe Pollheide er één van was. En zo gemakkelijk reed Uwe vervolgens uit onze groep vandaan naar voren toe. Frustrerend, want Uwe ziet er nu niet bepaald uit als iemand die per dag ook maar één minuut op de fiets zit of een andere sportieve activiteit uitvoert.

Geld dan? Dat is natuurlijk van levensbelang. Zonder euro’s geen motor en dus ook geen races. Maar welke rol speelt geld bij het resultaat? Het is in ieder geval zo dat het niet allesbepalend is. Kijk naar het voetbal. De vijf rijkste clubs ter wereld, te weten Manchester United, Real Madrid, AC Milan, Chelsea en Juventus hebben elk een vermogen van meer dan 200 miljoen euro. Maar toch wist geen enkele hiervan dit jaar de ChampionsLeague in de wacht te slepen. Die prijs ging zoals bekend naar Barcelona, die het moet doen met ‘slechts’ 165 miljoen.

De samenstelling van het team is eveneens belangrijk. Het doel om zo goed mogelijke resultaten op het asfalt neer te leggen moet gedragen worden door alle teamleden. Mijn team bestaat eigenlijk uit drie delen. De eerste groep zijn de monteurs en begeleiders. Zij moeten ervoor zorgen dat de motor in topconditie is, zodat ik zo snel mogelijk kan rijden. En veilig uiteraard, want hoewel gasgeven de basis van alles vormt zijn goedwerkende remmen van levensbelang.

Het tweede deel van het team draagt zorg voor de sponsoren en hopelijk voor zoveel mogelijk nieuwe geldschieters. Als dit team niet goed werkt kan het team in de pitbox dat ook niet omdat ze dan moeten bezuinigen op onderdelen. Dan zou er niet maximaal gas kunnen worden gegeven.

De derde en laatste groep verzorgt de paddocking, met andere woorden zij zorgen er voor dat de sponsoren en uitgenodigde gasten tijdens een racedag op hun wenken worden bediend. Dat betekent o.a. dat de catering in orde moet zijn en dat er informatie, o.a. door middel van rondleidingen, wordt gegeven. Hoe belangrijk dat was bleek vorig weekend maar weer, want hoewel mijn prestaties te wensen overlieten, toch bleken potentiële sponsoren onder de indruk van mijn team. Dus wie weet, kan dat voor volgend jaar nog wat gaan betekenen.

De drie delen vormen in mijn visie een heilige drie-eenheid. Team één zorgt ervoor dat de coureur zo snel mogelijk kan rijden. Team twee zorgt ervoor dat er geld binnenkomt zodat de doelstellingen van de teams één en drie kunnen worden verwezenlijkt. Team drie zorgt ervoor dat gasten en mogelijke nieuwe sponsoren zich op hun gemak voelen zodat team twee haar werk goed uit kan voeren.

In theorie lijkt het allemaal mooi te kloppen, maar de praktijk leert anders. De teameigenaar, ik dus, is verantwoordelijk voor de coördinatie van de verschillende teams.

Helaas valt dat niet altijd mee. Zo heb ik te maken met vrijwilligers. Daar kun je afspraken mee maken, wat ik ook doe, maar er kunnen zich natuurlijk allerlei situaties voordoen, waardoor een vrijwilliger toch kiest voor een andere invulling. Denk alleen maar aan het belang van het gezin en de familie. Dat begrijp en respecteer ik ook. Ik ben nu eenmaal niet eigenaar van het Yamaha-fabrieksteam of om dichter bij huis te blijven van het Ten Kate-team. Als daar een (goed)betaalde medewerker weg blijft dan zal die door Jeremy Burgess of Ronald ten Kate daar op worden aangesproken.

Kortom, het ideale team heb ik nog niet bereikt, en gedreven als ik ben is het dan ook maar goed dat ik Sigrid aan mijn zijde heb. Zij zet me zo nu en dan weer met beide benen op de grond en zorgt ervoor dat ik ook eens met andere dingen bezig ben dan alleen maar het racen.

Eén factor die de prestaties ook beïnvloedt heb ik nog niet genoemd en dat is de mentale gesteldheid van de coureur. Over mentaliteit en sport zijn al vele boeken vol geschreven, dus het lijkt me goed om daar een volgende column aan te wijden.

 

 

Bertus Folkertsma

(in samenwerking met Otto Kuipers)

 

Reageren? Dat kan naar [email protected]