Alex Márquez kwam zondag als derde over de finish in de MotoGP race op het Autódromo Termas de Río Hondo. Na een pole position en een vijfde plaats in de sprint race op zaterdag behaalde hij daarmee zijn eerste podium in de koningsklasse sinds 2020.
Het was zondag maar liefst 1171 dagen geleden dat Alex Márquez voor de laatste keer op een MotoGP podium stond. Het was de race op Motorland Aragón in 2020 toen de Spanjaard, nog rijdend voor het Repsol Honda Team, als tweede finishte vlak achter racewinnaar Alex Rins. Twee weken daarvoor behaalde hij zijn eerste podiumfinish in de koningsklasse op een regenachtig Le Mans.
Het werden daarna twee teleurstellende seizoenen met het LCR Honda team waarna halverwege 2022 werd aangekondigd dat hij zou verhuizen naar het Gresini Racing team en in 2023 zou beschikken over een Ducati Desmocedici GP22, de machine waar Pecco Bagnaia uiteindelijk het wereldkampioenschap in 2022 mee wist te winnen.
Na de eerste kennismaking met de Ducati tijdens de test in Valencia kon Márquez zijn glimlach moeilijk verbergen, en ondanks dat hij vanwege zijn lopende contract met Honda nog niet veel kon loslaten was het duidelijk dat de Spanjaard een zeer gelukkige coureur was op de Italiaanse machine.
Na een verdienstelijke vijfde plaats in de Grand Prix van Portugal reisde Márquez af naar Argentinië waar hij op zaterdagochtend zou verrassen met pole position. ‘s Middags in de Sprint race deed hij ook mee voor de prijzen maar moest uiteindelijk genoegen nemen met een vijfde plaats.
In de regenachtige omstandigheden op zondag was Marco Bezzecchi oppermachtig en de Italiaan reed van start tot finish aan de leiding, maar Márquez reed vrijwel de hele race op de tweede plaats. Uiteindelijk moest hij die positie in de laatste ronde prijsgeven aan een sterk naar voren gekomen Johann Zarco, maar een eerste podium in 2,5 jaar was reden voor blijdschap bij de tweevoudig wereldkampioen.
Alex Márquez: “We kunnen echt niet anders dan tevreden zijn over dit weekend. Als je me voor het weekend had verteld dat ik pole position en P5 zou halen, dan zou ik er al meteen voor getekend hebben. Ik ben super blij. We zitten in constante progressie en dat is iets wat echt heel mooi is. De race was behoorlijk zwaar en moeilijk voor ons omdat we in de warm up een lekke band hadden waardoor ik niet veel ronden kon maken en ook geen elektronische dingen kon proberen en instellen. Het was voor ons dus een beetje een sprong in het diepe, we vroegen ons af hoe we het gingen doen.
Uiteindelijk had ik daarom iets te veel moeite maar hoe dan ook moeten we blij zijn. Marco [Bezzecchi] was vandaag op een ander niveau, vanaf de eerste ronde toen ik hem zag zei ik ‘OK Ciao’. Het was onmogelijk voor mij. Daarna bleef ik proberen om Johann [Zarco] voor te blijven maar hij was een seconde sneller in de laatste ronde en toen hij me aanviel wist ik dat ik het niet kon proberen, hij zou veel sneller zijn dan ik. We hebben veel punten gehaald voor het kampioenschap dat zo lang duurt en dit jaar zal dit het belangrijkste zijn. We moeten doorgaan en consistent blijven tot het einde. Zoals ik al zei, we zijn in constante progressie, maar dit was pas de tweede ronde.”
Halverwege de race was Márquez in duel met Pecco Bagnaia voor de tweede plaats, maar de wereldkampioen maakte een fout in bocht 13 en schoof onderuit. De Gresini Racing coureur zag het van dichtbij gebeuren.
Alex Márquez: “Ja goed, vandaag hadden we maar twee inhaalacties, het was geen gevecht. Maar ik probeerde gewoon niet veel tijd te verliezen op dat moment van de crash van Pecco [Bagnaia], hij was flink aan het pushen op dat moment toen hij crashte. In de laatste bocht was hij supersnel bij het remmen maar toen verloor hij de voorkant in het midden, zoals ik zaterdag in Q1 crashte. Later in de laatste ronden was het moeilijk om ook [Franco] Morbidelli achter me te houden, ik was veel aan het pushen en probeerde geen fouten te maken. Het was een race om te overleven, we hebben het goed gedaan iets bereikt waar we sinds 2020 lang op hebben moeten wachten.”
De samenwerking tussen Márquez, Gresini Racing en Ducati lijkt vooralsnog prima te verlopen. Na een aantal teleurstellende seizoenen op de Honda lijkt dit precies wat de Spanjaard nodig heeft.
Alex Márquez: “Ik kon me geen start als deze voorstellen met Gresini en met Ducati. Ik voelde me echt goed op de motor en met het team. Ik rijd nog steeds niet op de beste manier voor de Ducati, hier moet ik nog een beetje aan werken. Iedere dag doen we betere dingen. Elke GP zijn er 37 punten te behalen dus het wordt een lange weg en het kampioenschap zal veel veranderen. We moeten gewoon doorgaan en proberen onze kansen te pakken.”
Ondanks dat hij zelf twee keer wereldkampioen is geworden staat Alex Márquez nog vaak in de schaduw van oudere broer Marc. In de laatste jaren ontving hij dan ook veel kritiek maar die valt tegenwoordig op dovemansoren.
Alex Márquez: “Het interesseert me niet wat andere mensen denken. Ik geloof in mezelf en ik denk dat het de juiste keuze is geweest om naar Gresini en Ducati te gaan. Ik wilde met de beste motor en een goed team aan de start staan zodat er ook geen excuus is om niet te presteren. Het team is ontzettend goed dus het is nu aan mij om het waar te maken.”
De coureurs en teams keren nu huiswaarts waarna ze over iets meer dan een week weer afreizen naar de Verenigde Staten voor de derde Grand Prix van het jaar op het Circuit of the America in het weekend van 14 t/m 16 april.
Handige links Gran Premio Michelin de la República Argentina:
Tijdschema en volledige uitslagen
Waar te volgen op TV
Fotoverslag