HomeAlgemeenGresini en Cadalora zetten successen voor de Garelli-renstal voort

Gresini en Cadalora zetten successen voor de Garelli-renstal voort

Begin jaren ’80 slaagde Angel Nieto erin drie keer achter elkaar de wereldtitel in de 125cc klasse te veroveren aan boord van een Garelli. Na zijn vertrek bij deze renstal waren het Fausto Gresini en Luca Cadalora die deze successtory voor Garelli een vervolg gaven door in de jaren 1985 tot en met 1987 de wereldtitel bij de achtsteliters in de wacht te slepen aan boord van eenzelfde machine. 

Foto: De Garelli-teamgenoten Luca Cadalora (22) en Fausto Gresini (1) in een fel duel met elkaar verwikkeld gedurende het seizoen 1986.

Drie jaar achter elkaar, van 1982 tot en met 1984, konden we Angel Nieto, samen met Eugenio Lazzarini, bewonderen in de 125cc klasse aan boord van de zwart/rode Garelli-machine. Zoals gezegd slaagde de Spaanse heerser er gedurende die periode ook iedere keer weer in de titel te pakken bij de achtsteliters; de spanning was in die dagen dan ook redelijk ver te zoeken in de 125cc klasse.
Vanaf 1985 zien we de Garelli’s in één keer in heel andere kleuren terug op de grid van het WK 125cc. Vanaf dat moment is het namelijk Team Italia dat met de Garelli aan de start verschijnt, waarmee de machine ook ineens bijna helemaal wit is geworden. Nieto vinden we vanaf dat moment niet meer terug bij de renstal van Garelli, want voortaan zijn het enkel en alleen Italianen die de eer voor deze renstal hoog moeten houden, waarbij het Lazzarini is die nu de manager van het team is, na zijn actieve race-carrière te hebben beëindigd.

1985:

In 1985 zijn het Fausto Gresini en Ezio Gianola die aan de start verschijnen met de Garelli in de 125cc klasse voor Team Italia. Gresini heeft op dat moment reeds enige ervaring opgedaan aan boord van deze machine, want de Italiaan was reeds halverwege het seizoen 1984 al ingelijfd als derde man binnen het team, naast Nieto en Lazzarini, waarbij hij tevens al één GP op zijn naam had geschreven. Gianola is tot op dat moment nog niet verder gekomen dan een derde plek als beste klassering tijdens een wedstrijd meetellend voor het wereldkampioenschap wegrace. Gresini en Gianola zijn dat jaar overigens duidelijk in de minderheid met hun Garelli’s, want het startveld bestaat dat seizoen voor het grootste gedeelte uit MBA’s; machines waarmee ook Pier Paolo Bianchi en August Auinger in de baan verschijnen die dat jaar de meeste tegenstand zullen bieden.

Gedurende de eerste drie GP’s van het seizoen worden er nog geen zege’s geboekt door de twee Garelli-mannen, maar zijn het Bianchi (Spanje), Auinger (Duitsland) en opnieuw Bianchi (Italië) die er met de overwinning vandoor gaan. Wel is het iedere keer een Garelli-man die als tweede over de streep komt. Vanaf de GP van Oostenrijk komt daar echter verandering in, want aldaar is het Gresini die zijn eerste GP van het seizoen op zijn naam weet te schrijven. In Assen is het opnieuw Bianchi die wint, maar tijdens de daaropvolgende wedstrijd in België is het andermaal Gresini die op de hoogste trede van het erepodium mag gaan staan. In Frankrijk is het Gianola die zijn eerste GP-overwinning weet te boeken (ondanks de teamorders van Lazzarini, maar Gianola wordt verrast door het feit dat de startstreep en de finishstreep op het circuit van Le Mans niet geheel op dezelfde plek liggen, waardoor hij de finishvlag ook niet zo vroeg verwacht) en daarna is het twee keer Auinger die wint, respectievelijk in Groot Brittannië en Zweden. Met dan nog één GP te gaan, die van San Marino, maken nog twee man kans op de titel; Bianchi en Gresini. Het is Bianchi die op dat moment nog aan de leiding gaat in de tussenstand voor het kampioenschap met een voorsprong van vijf punten op Gresini. Op het circuit van Misano wordt Bianchi echter geconfronteerd met technische problemen (zijn enige nul-score van het seizoen), terwijl Gresini er met de overwinning vandoor gaat en daarmee tevens zijn eerste wereldtitel grijpt.

Eindstand WK 125cc 1985:
1e Fausto Gresini (ITA) Garelli, 109 punten
2e Pier Paolo Bianchi (ITA) MBA, 99 punten
3e August Auinger (OOS) MBA, 78 punten
4e Ezio Gianola (ITA), Garelli, 77 punten

1986:

In 1986 staat Gresini opnieuw aan de start bij de 125cc’s met de Garelli om te proberen zijn titel te prolongeren. Hij heeft dat jaar een nieuwe teamgenoot in de persoon van Luca Cadalora die in 1985 ook al voor Team Italia reed, zij het aan boord van een MBA. Gianola daarentegen heeft precies het omgekeerde als Cadalora gedaan, want hij staat in 1986 weer met een MBA aan het vertrek.

Voor Gresini begint het seizoen uitstekend, want hij wint de eerste twee GP’s in Spanje en Italië. Tijdens de drie daaropvolgende GP’s in Duitsland, Oostenrijk en Nederland is het echter Cadalora die de overwinning in de wacht weet te slepen. In België is het de landgenoot van Gresini en Cadalora, Domenico Brigaglia, die de zegereeks van de Garelli’s weet te doorbreken door zijn Ducados-MBA naar de eerste plek te sturen. In Frankrijk is het opnieuw Cadalora die wint, terwijl het in Groot Brittannië andermaal Auinger is, net als in 1985, die de sterkste is. In Zweden mag Gresini na lange tijd weer eens de hoogste trede van het podium betreden, terwijl Auinger opnieuw succesvol is in San Marino. Met dan nog één GP te rijden, zijn het opnieuw twee mannen die nog kans maken op het kampioenschap; ditmaal de twee teamgenoten Cadalora en Gresini. Cadalora heeft een voorsprong van elf punten op Gresini die dat seizoen twee keer kostbare punten heeft laten liggen, terwijl Cadalora maar één keer tot een nul-score is gekomen. Gresini slaagt er wel in de laatste GP op het circuit van Hockenheim te winnen, maar Cadalora finisht netjes als tweede en stelt daarmee de titel veilig.

Eindstand WK 125cc 1986:
1e Luca Cadalora (ITA) Garelli, 122 punten
2e Fausto Gresini (ITA) Garelli, 114 punten
3e Domenico Brigaglia (ITA) Ducados-MBA, 80 punten
4e August Auinger (OOS) MBA, 60 punten

1987:

Het jaar daarop, 1987, doet Gresini opnieuw een poging de titel binnen te slepen bij de achtsteliters met de Garelli. Bruno Casanova is dat seizoen zijn nieuwe teamgenoot, want Cadalora heeft reeds de overstap gemaakt naar de 250cc klasse.

Voor de trouwe volgers van de GP’s wordt het een enigszins saai seizoen in de 125cc klasse, voor Gresini daarentegen wordt het een ware zegetocht. De eerste tien GP’s (Spanje, Duitsland, Italië, Oostenrijk, Nederland, Frankrijk, Groot Brittannië, Zweden, Tsjechoslowakije en San Marino) weet hij allemaal op zijn naam te schrijven, waarmee hij al vroegtijdig zeker is van zijn tweede wereldtitel. De laatste GP van het seizoen, de GP van Portugal (zij het verreden op het Spaanse circuit van Jarama), wordt gewonnen door Paolo Casoli. Aldaar is het namelijk Gresini die crasht en er daarmee niet in slaagt dat seizoen alle 125cc-GP’s te winnen en hij mag zich daarmee ook niet in het rijtje van illustere namen als Freddie Frith, John Surtees, Jim Redman en Giacomo Agostini scharen die daar wel reeds in geslaagd waren in hun eigen klassen. Casanova wordt dat jaar overigens vice-wereldkampioen, zij het ruim achter zijn teamgenoot Gresini, na zich een heel aantal keren naar het podium te hebben gereden gedurende het seizoen.

Eindstand WK 125cc 1987:
1e Fausto Gresini (ITA) Garelli, 150 punten
2e Bruno Casanova (ITA) Garelli, 88 punten
3e Paolo Casoli (ITA) LCR/MBA, 61 punten
4e Domenico Brigaglia (ITA) LCR/MBA, 58 punten

In 1988 verschijnt Gresini opnieuw aan de start in de 125cc klasse met een Garelli, dit keer voor het team van Pileri Corse. Team Italia is vanaf dat moment actief in de 125cc klasse met Aprilia-machines. Voor Gresini zelf wordt het een teleurstellend seizoen, want hij eindigt slechts op een 21e plaats in de eindrangschikking voor het wereldkampioenschap dat jaar. In 1989 keert hij dan ook terug naar Team Italia, waar hij dus op een Aprilia terechtkomt. Garelli is dat jaar ook nog steeds in het WK 125cc vertegenwoordigd, onder andere met Brigaglia die er ook niet voor zorgen kan dat de prestaties van weleer voor de Garelli-renstal weer behaald worden. Daarmee komt tevens langzaam een einde aan de inbreng van deze renstal in het wereldkampioenschap; de renstal die gedurende de jaren ’80 tevens meerdere malen bij de kwartliters vertegen
woordigd was, ook enige tijd in de kleuren van Team Italia. Datzelfde Team Italia blijft overigens nog wel een aantal jaren actief in het wereldkampioenschap, waarvoor onder andere mannen als Alessandro Gramigni en Gabriële Debbia nog komen te rijden in de 125cc klasse met Aprilia-machines.

Zes jaar achtereen, van 1982 tot en met 1987, was de renstal van Garelli dus niet te verslaan in het wereldkampioenschap 125cc, waarvan de laatste drie jaar in de kleuren van Team Italia met Fausto Gresini en Luca Cadalora; twee Italianen die duidelijk een rol van betekenis hebben gespeeld in de geschiedenis van het wereldkampioenschap wegrace op een machine die ook duidelijk zijn sporen heeft achtergelaten.

Bron foto: www.garelli.8k.com

Gerelateerde berichten
Gerelateerd

Winkelwagen0
Er zijn nog geen producten aanwezig