Komend weekend zal het WK Superbike weer aan het vertrek staan in Assen. Reeds sinds 1992 komen deze zware viertakten in actie op het TT-circuit. De meest succesvolle coureur door de jaren heen is daarbij overduidelijk Carl Fogarty, alias ‘King Carl', geweest die maar liefst twaalf Superbike-races op de Drentse heide wist te winnen.
Het WK Superbike staat dus voor de eerste keer aan de start in Assen in 1992. Dat jaar wordt er nog gebruik gemaakt van het korte circuit, waarbij de heren coureurs via de Nationale Bocht de Veenslang op draaien, waarmee zij de gehele Noordlus links laten liggen. Dat eerste jaar is ook de Brit Carl Fogarty direct al vertegenwoordigd in Drenthe. Hij staat dat jaar met een Ducati 888 (als privé-coureur) aan de start. ‘Foggy' voelt zich meteen al goed in zijn element op het TT-circuit.
Tijdens de eerste manche van die dag slaagt Fogarty er in als vierde de streep te passeren. Hij moet daarbij de drie fabrieks-Ducati's van Doug Polen (wereldkampioen in 1991 en 1992), Stephane Mertens en Raymond Roche (wereldkampioen in 1990) voor laten gaan.
Gedurende de tweede manche van de dag zijn de weersomstandigheden erg wisselvallig. Reeds voor aanvang van de start zijn de eerste regendruppels gevallen, maar toch besluiten alle coureurs met slicks te vertrekken. Het is Mertens die al vrij snel de zwarte vlag te zien krijgt vanwege een blauwe walm uit zijn Ducati, veroorzaakt door een olielek. Even later is het Polen die in de zesde ronde zijn machine aan de kant moet zetten vanwege een defecte cilinder. Het is de vierde fabrieks-Ducati van Giancarlo Falappa die vanaf dat moment de leiding in de wedstrijd neemt, waarbij hij een grote voorsprong ten opzichte van de concurrentie heeft weten te pakken. Zo rond de tiende ronde van de race begint het echter duidelijk harder te regenen en het is de Kawasaki-rijder Tom Phillis die zeer snel het gat naar Falappa dicht weet te rijden om vervolgens de leiding van de Italiaan over te nemen. Na een aantal valpartijen wordt echter door de wedstrijdleiding besloten de race te onderbreken. Een half uur later staan de coureurs opnieuw aan de start voor de laatste tien ronden van hun tweede manche. In dit tweede gedeelte van de race is Falappa in een strijd verwikkeld met Fogarty, maar het is de Italiaan die dit gevecht in zijn voordeel weet te beslissen en die, na het bij elkaar optellen van de tijden van beide gedeelten, ook de tweede manche weet te winnen. Fogarty zelf wordt in het eindklassement van race 2 uiteindelijk knap tweede, vóór Roche.
Vanaf 1993 breekt het ‘Fogarty-tijdperk' aan op het circuit van Drenthe, waarbij vanaf dat moment overigens wel gebruik gemaakt wordt van het lange circuit. Dat jaar heeft Foggy ook de beschikking over een fabrieks-Ducati 888. Met deze machine is hij dat jaar een klasse apart op de Drentse heide.
Vertrekkend vanaf pole-position grijpt Fogarty tijdens de eerste manche van de dag direct de leiding om deze vervolgens gedurende de gehele race niet meer uit handen te geven. Hij wint de race, vóór de Kawasaki's van Scott Russell en Aaron Slight. De eerste zege voor de Brit op Assen is daarmee een feit en uiteindelijk zullen er dus nog velen gaan volgen.
Ook tijdens de tweede manche is Foggy heer en meester. Op een gegeven moment bedraagt zijn voorsprong ten opzichte van tweede man Russell maar liefst twaalf seconden. Aan de finish zijn dit er uiteindelijk nog zo'n zeven, nadat Fogarty het iets rustiger aan is gaan doen. Achter Russell is het Mertens die als derde wordt afgevlagd.
Dat jaar moet Fogarty in de eindstand voor het wereldkampioenschap wel zijn meerdere erkennen in Russell, waarmee voor Foggy in 1993 dus nog de titel van vice-wereldkampioen is weggelegd. Daar zal echter ook al snel verandering in gaan komen.
Vanaf het seizoen 1994 verschijnt Ducati voor het eerst met de 916 aan de start en ook Fogarty heeft dat jaar zo'n fabrieksmachine tot zijn beschikking. Daarmee slaagt Foggy er tijdens de trainingen andermaal in zich naar de pole te rijden.
In race 1 slaagt Fogarty er direct in de leiding in de wedstrijd te pakken om vervolgens ook meteen weg te rijden van de concurrentie. Hij rijdt vrij gemakkelijk naar de zege, vóór de Yamaha van Paolo Casoli en Slight die vanaf dat seizoen voor het team van Castrol Honda rijdt.
Tijdens de tweede manche slaagt Fogarty er in zijn prestatie van eerder op de dag te herhalen door andermaal vrij eenvoudig te winnen; vier op een rij voor Foggy in Assen! Op ruime achterstand finisht Slight ditmaal als tweede, die op zijn beurt weer een ruime voorsprong heeft op de uiteindelijke derde man Mauro Lucchiari met de Ducati.
Aan het eind van het seizoen is het tevens Fogarty die zich voor de eerste keer wereldkampioen bij de Superbikes mag noemen. Hij zal daarmee in 1995 ook voor het eerst met het nummer 1 op zijn Ducati aantreden in Assen.
Tijdens de eerste manche op het TT-circuit in 1995 is het Foggy die opnieuw de race wint. Met deze overwinning mag Fogarty zich al vroegtijdig voor de tweede maal wereldkampioen noemen. Hij is op dat moment namelijk al niet meer te achterhalen in de tussenstand voor het kampioenschap, ondanks het feit dat er nog een aantal races, ook na Assen nog, verreden moeten worden. Simon Crafar, die het tempo van Fogarty enige tijd aardig wist bij te houden, wordt in diezelfde race met zijn Honda tweede, terwijl Troy Corser met de Ducati als derde finisht.
In de tweede race van de dag staat er andermaal geen maat op Foggy die bij de eerste doorkomst direct al een voorsprong heeft van een volle seconde. Gedurende de rest van de race weet hij zijn voorsprong alleen maar verder uit te breiden, waarmee uiteindelijk zijn derde dubbelzege op Assen een feit is. De race wordt echter overschaduwd door de zware crash van de Japanner Yasutomo Nagai. De Yamaha-rijder komt in de Strubben, waarschijnlijk door een oliespoor op de baan, ten val, waarbij Nagai zijn machine bovenop zich krijgt en waarbij hij vervolgens bewegingsloos op het asfalt blijft liggen. Uiteindelijk zou de Japanner helaas aan zijn verwondingen bezwijken. De crash van Nagai zorgt er overigens voor dat de race vroegtijdig wordt afgevlagd; de race waarin Slight tweede wordt, vóór John Reynolds.
In 1996 zien we Fogarty in Assen niet terug aan boord van de tweecilinder-Ducati. Hij heeft voor dat seizoen namelijk de overstap gemaakt naar het team van Castrol Honda waar hij, met de viercilinder-Honda, komt te rijden naast Slight.
Tijdens de eerste manche heeft Foggy het dat jaar vooral aan de stok met de Ducati van Pierfrancesco Chili. In de laatste ronden van de race slaagt hij er echter, mede dankzij een achterblijver, in een klein gaatje te slaan ten opzichte van Chili om daarmee de race definitief naar zich toe te trekken. Achter Chili wordt Slight uiteindelijk derde in race 1.
In de tweede race van de dag zijn het direct al vier coureurs die zich afscheiden van de rest van het veld. Fogarty voert daarbij lange tijd het veld aan, vlak vóór de Ducati's van John Kocinski, Corser en Chili. Kocinski slaagt er op een gegeven moment in de leiding van Fogarty over te nemen, terwijl beide heren daarna nog een aantal keren van positie met elkaar wisselen. De beslissing moet daarmee uiteindelijk in de laatste ronde van de race vallen. Het is Kocinski die in de GT-bocht de eerste positie pakt, maar bij het uitacceleren, is het uiteindelijk Foggy die toch nog als eerste de zwart/wit-geblokte vlag weet te passeren. Zijn voorsprong op Corser, die ook nog net aan Kocinski voorbij is weten te gaan, bedraagt op de streep echter maar 0,05 seconde. De achtste zege op rij in Assen is voor Foggy daarmee een feit. Zijn wereldtitel moet hij dat jaar echter wel afstaan aan Corser, terwijl Fogarty zelf vierde wordt in de eindstand.
Vanaf het seizoen 1997 vinden we Fogarty weer terug in het zadel van de Ducati, in een poging dat jaar zijn titel weer terug te pakken.
In de eerste race op Assen van dat jaar heeft Foggy een prima start en maakt hij deel uit van een kopgroep die aanvankelijk bestaat uit, naast Fogarty, de Ducati van Chili, de Yamaha van Russell en de Honda van Slight. Kocinski, die met zijn Honda direct na de start ingesloten raakt en aanvankelijk pas op een elfde plek doorkomt, slaagt er echter in de aansluiting te vinden bij de kopgroep van vier. In de vo
orlaatste ronde neemt de Amerikaan zelfs de leiding in de wedstrijd van Fogarty over, na eerder al voorbij te zijn gegaan aan Russell, Slight en Chili. Gedurende de laatste ronde slaagt Fogarty er vervolgens niet meer in Kocinski opnieuw te passeren, waarmee Foggy voor de eerste maal na 1992 weer een ‘nederlaag' lijdt op ‘zijn' TT-circuit. Chili pakt in deze race overigens de derde plek.
Tijdens de tweede manche slagen Fogarty en Chili er aan boord van hun Ducati's samen in een gat te slaan ten opzichte van de concurrentie. Het is uiteindelijk Foggy die deze race wel op zijn naam weet te schrijven, terwijl Chili tweede wordt. Kocinski wordt na een slechte start uiteindelijk derde, maar het is aan het eind van het seizoen wel deze laatstgenoemde Amerikaan die zich de nieuwe wereldkampioen mag noemen. Fogarty wordt net als in 1993 vice-wereldkampioen.
Tijdens de eerste manche op Assen in 1998 zijn het aanvankelijk de drie fabrieks-Ducati's van Corser, Fogarty en Chili die samen, ruim vóór de concurrentie, het veld aanvoeren. Corser moet op een gegeven moment lossen, waarmee de strijd om de overwinning uiteindelijk beslist zal gaan worden door Chili en Fogarty. Het is Chili die in de laatste ronde van de race er in slaagt aan Fogarty voorbij te gaan, waarmee de Italiaan de zege weet zeker te stellen. Foggy moet met zijn tweede plaats andermaal een kleine nederlaag incasseren. Het verschil tussen de beide Ducati-mannen op de streep bedraagt uiteindelijk wel slechts 0,015 seconde, terwijl Corser eenzaam en alleen als derde over de streep komt.
Gedurende de tweede race van de dag zijn het opnieuw de drie fabrieks-Ducati's die het veld aanvoeren, waarbij ze ditmaal vergezeld worden door de Honda van Slight. Nadat iets meer dan de helft van de race er op zit, beginnen Chili en Fogarty echter opnieuw weg te rijden van hun mede-coureurs. Het is uiteindelijk ook in deze race de laatste ronde die de beslissing moet brengen. Het is aanvankelijk Chili die de leiding van Foggy weet over te nemen, maar het is de Brit die bij het voor de laatste keer aanremmen van de GT-bocht alsnog aan Chili voorbijgaat. Chili daarentegen remt zich in diezelfde GT-bocht onderuit. Na de race zullen de gemoederen bij Chili nog even hoog oplopen, die Fogarty beschuldigt van gevaarlijk rijden tijdens de laatste ronde, maar voor ‘King Carl' is de tiende overwinning op Assen wel een feit.
Tijdens de laatste ronde voor het kampioenschap van dat seizoen in het Japanse Sugo slaagt Fogarty er uiteindelijk ook nog in de titel te pakken, waarmee hij voor de derde keer in zijn carrière wereldkampioen wordt bij de Superbikes.
Na reeds sinds 1994 met de 916 aan de start te zijn verschenen, brengt Ducati vanaf 1999 de nieuwe 996 in de baan. Ook Fogarty rijdt dat seizoen met zo'n machine.
Het is Akira Yanagawa die met zijn Kawasaki de beste start heeft tijdens de eerste race op Assen in 1999, maar al vrij snel wordt hij gepasseerd door Fogarty die vervolgens ronde na ronde steeds verder wegrijdt bij de concurrentie. Hij wint de race uiteindelijk vrij gemakkelijk, vóór zijn teamgenoot Corser en de Honda van Slight.
Ook de tweede manche komt op naam van Fogarty. Aanvankelijk voert hij samen met Corser het veld aan, maar in de zesde ronde gaat Foggy aan zijn teamgenoot voorbij om uiteindelijk met meer dan zes seconden voorsprong zijn twaalfde zege op Assen te boeken. Ook in deze race is het Slight die als derde de streep passeert.
Het is Fogarty die in datzelfde 1999 ook zijn vierde Superbike-wereldtitel in de wacht weet te slepen, waarmee hij zichzelf op eenzame hoogte brengt.
Vanaf 2000 zien we Fogarty niet meer terug als coureur in Assen. Aan het begin van het seizoen is hij ten val gekomen op het circuit van Phillip Island, waarop hij ten slotte besluit een punt te zetten achter zijn actieve wegracecarrière. In de jaren daarna zou hij echter wel terugkeren als teambaas van zijn eigen Petronas-team.
Van de zestien races die Foggy reed voor het WK Superbike in Assen wist hij er dus maar liefst twaalf te winnen, waaronder vijf dubbel-overwinningen. Het was Fogarty die er voor zorgde dat ieder jaar weer duizenden Britten de oversteek maakten naar Nederland om hun coureur in actie te zien komen op de Drentse heide. Met zijn twaalf overwinningen op Assen en zijn recordaantal van vier Superbike-wereldtitels mocht Fogarty zich dus terecht ‘King Carl' noemen.
Bron foto: www.ducatimeccanica.com