Gilera slaat nog ŽŽn keer toe tijdens de Dutch TT van 1963

193

In 1963 was het de renstal van Gilera die na een aantal jaren van afwezigheid weer terugkeerde in het wereldkampioenschap wegrace. Met verouderd materiaal werd dat jaar opnieuw deelgenomen in de 350- en de 500cc klasse. De Gilera zou dat seizoen nog één keer toe weten te slaan en wel tijdens de Dutch TT in Assen, waar John Hartle de race bij de halveliters wist te winnen. Het zou uiteindelijk de laatste GP-overwinning in een solo-klasse voor Gilera uit de geschiedenis blijken te zijn.

Het is de renstal van Gilera die aanvankelijk voor het laatst aan het vertrek van het wereldkampioenschap wegrace staat in 1957, waarbij het dat jaar Libero Liberati de wereldtitel ziet pakken bij de halveliters, terwijl het bij zowel de 350- als de 500cc's de constructeurstitel weet te winnen. Aan het eind van datzelfde seizoen kondigt Gilera, samen met de twee andere Italiaanse renstallen van Moto Guzzi en Mondial, echter aan zich terug te trekken uit het wereldkampioenschap wegrace.
Maar in 1963 zien we de Gilera dus toch weer terug aan het vertrek. Het is oud-wereldkampioen Geoff Duke die Gilera zo ver heeft gekregen om de oude machines uit 1957 weer van stal te halen en na een succesvolle test op het circuit van Monza wordt ook daadwerkelijk besloten in 1963 weer deel te nemen aan de Grand Prix-cyclus. Voorzien van een nieuwe stroomlijn moeten dat jaar John Hartle en Derek Minter als coureurs van de Scuderia Duke-renstal het in de 500cc klasse (en ook in de 350cc klasse) op gaan nemen tegen de MV Agusta van Mike Hailwood.
Bij het eerste onderlinge duel tussen de Gilera en de MV, tijdens een race niet-meetellend voor het WK op het circuit van Imola (Coppa d'Oro), zijn het Minter (1e) en Hartle (2e) die de MV van Hailwood (3e) direct verslaan. Tijdens een race op Brands Hatch, ook niet-meetellend voor het WK en verreden nog vóór de GP van Groot Brittannië waar de halveliters voor de eerste keer in actie zullen komen, komt Minter echter zwaar ten val, waarbij hij zwaar geblesseerd raakt. Duke besluit daarom direct Phil Read aan te trekken die gedurende de eerste paar races voor het wereldkampioenschap als vervanger van Minter zal optreden, zo ook tijdens de Dutch TT.
Tijdens de Britse TT op het eiland Man, waar dus in 1963 de eerste race voor het WK 500cc wordt verreden, is het echter Hailwood die zich revancheert door de snelste te zijn en te eindigen vóór de Gilera's van Hartle en Read die respectievelijk tweede en derde worden.







En dan wordt het 29 juni 1963; de wedstrijddag van de Dutch TT. Allereerst zien de duizenden Nederlandse toeschouwers twaalf coureurs vertrekken voor de 50cc-race die volledig door Suzuki wordt gedomineerd. Het is Ernst Degner die de wedstrijd weet te winnen, vóór zijn Suzuki-collega's Hugh Anderson, Michio Ichino, Isao Morishita en Mitsuo Itoh. De eerste niet-Suzuki-rijder zien we pas terug op de zesde plek in de persoon van Hans-Georg Anscheidt aan boord van de Kreidler die daarmee het laatste puntje voor het wereldkampioenschap weet te pakken.

Ook in de 125cc-race zijn de Suzuki's tijdens de Dutch TT van 1963 het snelst, die het dat jaar met name op moeten nemen tegen het Honda-kamp. Het is Degner die in deze race met zijn Suzuki uitvalt door technische problemen, terwijl Jim Redman met zijn Honda ten val komt. Het is vervolgens Anderson die met zijn Suzuki de race weet te winnen, vóór zijn merkgenoot Frank Perris en de Honda van Luigi Taveri.

Gedurende de race bij de kwartliters zien we aanvankelijk een kopgroep bestaande uit de Honda's van Redman en Taveri en de Yamaha van Fumio Ito. Tarquinio Provini, aan boord van de Morini, heeft daarentegen een slechte start, maar hij slaagt er echter al gauw in naar het achterwiel van Taveri te rijden. Na Taveri gepasseerd te zijn, is het voor Provini zaak alsnog de aansluiting te vinden bij de beide koplopers Redman en Ito die reeds een klein gaatje hebben weten te slaan ten opzichte van de concurrentie. Het is echter Taveri die op dat moment opnieuw de aanval opent op Provini, maar niet voor lang, want even later moet Taveri de pits in om een bougie te laten vervangen. Provini slaagt er uiteindelijk niet meer in Redman en Ito te achterhalen die respectievelijk als eerste en als tweede de finishstreep passeren, terwijl Provini op zijn beurt dus genoegen moet nemen met de derde plek.

De 350cc-race verliest al vrij snel één van de kanshebbers op de overwinning, want het is Remo Venturi die direct na de start met zijn Bianchi onderuit gaat. Vervolgens is het Redman die met zijn Honda vrij gemakkelijk ook deze race weet te winnen. Het is Hailwood die met de MV tweede wordt en die op zijn beurt weinig moeite heeft om Taveri met de Honda voor te blijven die als derde finisht.

In de race bij de halveliters zijn het direct, toch wel enigszins verrassend, de Gilera's van Hartle en Read die het veld aanvoeren en niet de MV van Hailwood. Het is namelijk deze zelfde Hailwood die zijn machine aan de pits moet brengen, omdat hij te maken heeft met ontstekingsproblemen. De Brit hervat zijn race nog wel, maar even later moet hij zijn MV definitief aan de kant zetten. Het is vervolgens Hartle die met een record-racegemiddelde de wedstrijd weet te winnen, waarmee hij duidelijk maakt dat de Gilera's uit 1957 nog zeker niet afgeschreven moeten worden. Read finisht niet ver achter zijn stalgenoot als tweede, terwijl Alan Shepherd op ruime afstand derde wordt met de Matchless.

Bij de Zijspannen staat er tijdens de Dutch TT van 1963 geen maat op de Duitse combinatie van Max Deubel en Emil Hörner. Met hun BMW-driewieler weten zij dan ook met overmacht de race te winnen, vóór de combinaties van Fritz Scheidegger/John Robinson en Florian Camathias/Alfred Herzig.

Aan het eind van de dag hebben de Nederlandse supporters dus de Gilera van Hartle in de 500cc klasse zien winnen; de enige overwinning van het seizoen voor de renstal van Duke. Tijdens de zes daaropvolgende GP's is het namelijk Hailwood die alle resterende 500cc-races weet te winnen en daarmee ook de wereldtitel voor zich op weet te eisen. Zowel Hartle als Read, en later ook Minter, weten samen nog wel een aantal podiumplaatsen te pakken met de Gilera, maar winnen doen ze dus niet meer en uiteindelijk eindigen ze respectievelijk op een derde, een vierde en een zevende plek in de eindstand. Bij de 350cc's is dat jaar voor de Gilera's overigens een nog bescheidenere rol weggelegd (Hartle 6e en Read 11e); de klasse waarin Redman met de Honda wereldkampioen wordt, vóór de MV van Hailwood. Naar aanleiding van deze, voor Gilera toch teleurstellende, prestaties besluiten Duke en Gilera hun samenwerking in 1964 dan ook niet voort te zetten. Desondanks staat datzelfde jaar toch nog, zij het voor de laatste keer, een Gilera aan het vertrek bij de halveliters die bereden wordt door de Argentijn Benedicto Caldarella. Hij weet echter ook niet te imponeren op de verouderde viercilinder-machine. Gilera weet in 1964 toch nog één keer te winnen en wel bij de Zijspannen. Het is dat seizoen namelijk de combinatie Camathias/Föll die de sterkste is tijdens de GP van Spanje, waarmee zij de absoluut allerlaatste GP-overwinning voor Gilera boeken. De laatste overwinning voor Gilera op twee wielen vond echter dus een jaar eerder plaats op de Drentse heide.

Bron foto: http://www.motosclassicas70.com/