Het meest karakteristieke deel van het Bugatti circuit, waarmee het zich onderscheidt van alle anderen circuits, zijn de twee vorken, die bijna direct achter elkaar liggen en ook de bocht aan het eind van het stuk waar start en finish gelegen zijn. Laatstgenoemde bocht wordt algemeen beschouwd als de snelste van het hele seizoen. De bocht genomen met een snelheid van 290 km per uur. Het probleem hierbij is, dat daarna een bocht volgt, die genomen moeten worden met maximaal 90 km per uur. Hierdoor ontstaat het probleem, dat er sterk geremd moeten worden, terwijl de motor overhelt, waardoor het erg moeilijk is om de juiste afstelling te vinden voor zowel het remmend vermogen van het blok als ook de afstelling van de voorvork.
Deze hele snelle bocht is ook van invloed op de afstelling van de versnellingsbak. Als de motor in zijligging ligt, maakt de motor aanzienlijk meer toeren, terwijl de diameter van de zijkant van de band kleiner wordt. Hier moet rekening mee gehouden worden bij de afstelling van de versnellingsbak. De hoge snelheid in de genoemde bochten is eveneens van invloed op de afstelling van de achterdemper in de vering en kan als gevolg hebben dat er op andere stukken van het circuit minder grip is, vooral bij het accelereren vanuit de twee genoemde vork bochten. Daarom is het van belang om een compromis te vinden tussen de snelle bochten en de andere, langzamere, delen van het circuit
De lange doordraaien in de zesde versnelling is van invloed op de afstelling van de vierde en vijfde versnelling. Niet voor wat betreft de prestaties op het circuit, maar je moet zien te voorkomen, dat er een te groot gat ontstaat tussen de vierde en vijfde, en daarna een zesde versnelling, zodat de motor op de andere delen van het circuit niet over zijn toeren raakt. Op het Le Mans circuit moet er soms per rondje 30 keer geschakeld worden. Dit betekent dat je in een wedstrijd van 28 rondjes bijna 840 keer schakelt. Indien de versnellingsbak niet juist afgesteld is, kan je in de race veel tijd verliezen.
De twee vorkvormige bochten worden gevolgd door vier relatieve lange stukken, waardoor de temperatuur op het middelste gedeelte van het loopvlak van de banden sterk oploopt. Daarom kiezen de teams voor een band met gemixte rubberscompound, die in het midden harder is en daardoor minder snel slijt bij hogere temperaturen. Doordat er maar enkele linker bochten zijn, wordt daar juist met een zachtere compound gewerkt. Er worden dus banden met twee of drie verschillende compounds gebruikt en verschillende combinatie daarvan, waardoor de juiste bandenkeuze een moeilijke opgave is.
BRON: Dorna Sports
Vertaling: Harry Haddering ([email protected])