De wekelijkse rubriek Finishpraat speelt in op actualiteit, combineert verleden met heden en haalt oude herinneringen op; kortom een verhaal voor de echte motorsportfan. In deze editie een analyse over de Grand Prix van Argentinië met hoofdrollen voor de gebroeders Márquez.
De Grand Prix van Argentinië voelde als een herhaling van Thailand: Marc Márquez domineert opnieuw, net als in zijn gouden jaren bij Honda. Wanneer het nodig is, kan hij nog altijd dat beetje extra brengen; precies zoals hij deed in de jaren waarin hij MotoGP-wereldkampioen werd. Door blessures en de mindere prestaties van Honda kon Márquez lange tijd niet laten zien wat hij echt in huis heeft. Toch flitste zijn talent af en toe nog op, zelfs in zijn laatste jaar bij Repsol Honda, wanneer hij zich incidenteel in de strijd vooraan mengde. Dat hij vorig jaar als enige Ducati GP23-rijder de GP24’s van Pecco Bagnaia, Jorge Martin en Enea Bastianini kon volgen, was al een teken aan de wand. Márquez was aanzienlijk sneller dan zijn GP23-collega’s Alex Márquez, Marco Bezzecchi en Fabio Di Giannantonio. Nu hij eindelijk weer over het beste materiaal beschikt, komt zijn ware potentieel volledig tot uiting. Met zijn overwinning in Argentinië staat hij nu op 90 Grand Prix-zeges, gelijk aan zijn landgenoot Ángel Nieto. Alleen Giacomo Agostini en Valentino Rossi wonnen meer GP’s.
Vergelijkingen tussen verschillende tijdperken zijn altijd lastig. Tegenwoordig zijn er veel meer races per jaar, terwijl coureurs vroeger in meerdere klassen tegelijk konden uitkomen en de verschillen in materiaal vaak groter waren. Maar één ding is duidelijk: Marc Márquez hoort qua talent absoluut thuis in het rijtje van Agostini, Rossi en Nieto. Dat hij dit jaar Nieto in aantal GP-zeges voorbij zal streven, lijkt een zekerheid. Ik verwacht dat dit al gebeurt tijdens de komende Grand Prix in Amerika, wat tot zijn favoriete circuits behoort. Er zijn nog twintig GP’s en veertig races te gaan, maar zolang Márquez fit blijft en deze vorm vasthoudt, lijkt niemand hem van zijn negende wereldtitel af te kunnen houden. Daarmee zou hij op gelijke hoogte komen met zijn grote rivaal Valentino Rossi. Het is misschien te vroeg om al enige conclusies te trekken, maar het is lang geleden dat een MotoGP-coureur zo dominant aan een seizoen begon. De laatste die dat deed? Marc Márquez zelf.
Dat Marc Márquez dit seizoen zou excelleren, verbaast mij gezien mijn eerdere uitleg niet. De voortekenen waren er. De prestaties van zijn broer Alex Márquez zijn voor mij een grotere verrassing. Dat de GP24 een stuk beter is dan de GP23 is duidelijk, waardoor het ook logischer is dat de jongere Márquez verder van voren zou zitten in 2025. Maar de manier waarop hij nu rijdt, hebben we nog nooit eerder van hem gezien in de MotoGP. De Gresini Racing rijder had voorheen moeite om zijn races constant te houden en hij maakte wel eens een foutje, iets wat hij nu wél onder de knie lijkt te hebben. Hij komt nog net tekort om zijn oudere broer te verslaan, maar is op dit moment duidelijk beter dan de concurrentie, waaronder tweevoudig MotoGP-wereldkampioen Pecco Bagnaia, die eveneens over het beste Ducati-materiaal beschikt. Bagnaia scoort niet slecht, maar kijkt nu al tegen een achterstand van 31 punten op zijn teamgenoot Marc Márquez aan. En wat te denken van regerend wereldkampioen Jorge Martin? Hij heeft zijn eerste race als Aprilia-rijder nog niet eens gereden – dat zal op zijn vroegst bij de vierde Grand Prix in Qatar gebeuren – en toch lijkt hij nu al kansloos om zijn titel te prolongeren. Dat is de harde realiteit. Voor Martin was het beter geweest als het veld breder was en de punten aan de top meer verdeeld waren in Thailand en Argentinië.
Ducati domineerde met een volledige top-vijf in de Grand Prix van Argentinië, maar er waren meer opvallende momenten. Een groot compliment voor Johann Zarco. Zoals Ai Ogura in Thailand opviel, zo ontpopte Zarco zich in Argentinië als de beste niet-Ducati-rijder. Tegenwoordig is dat al podiumwaardig om de beste niet Ducati-coureur te zijn. Zarco zette de Honda voor het eerst sinds eind 2023 weer op de eerste startrij en kon in de races strijden voor een topklassering. Vierde in de Sprint en zesde in de race zijn uitstekende resultaten. Helemaal voor Honda. Van de ervaren Zarco is het tevens knap dat hij momenteel de Honda-fabrieksrijders Joan Mir en Luca Marini duidelijk de baas is. Ai Ogura reed opnieuw een sterke Grand Prix, al was het minder indrukwekkend dan in Thailand. Helaas werd hij door een ogenschijnlijke knullige fout van het team gediskwalificeerd. Een andere rijder die erkenning verdient, is Franco Morbidelli. Wat een zware jaren heeft hij achter de rug. Na 1414 dagen stond hij eindelijk weer op een MotoGP-podium. In 2020 werd Morbidelli nog vicewereldkampioen achter Joan Mir en begin 2021 stond hij in Spanje voor het laatst op het podium. Daarna volgden blessures en teleurstellende resultaten. Maar bij VR46 Racing lijkt hij langzaam weer op zijn oude niveau te komen.
Voor de Nederlanders in de Moto2 is het een taaie start van het seizoen. Gelukkig liet Zonta van den Goorbergh in de trainingen weer de snelheid zien die hij tijdens de testdagen ook had, toen hij zich constant rondom de top-tien posities kon mengen. De race viel – mede door een probleem met de voorrem – tegen, al was het al veel beter dan in Thailand. Voor Collin Veijer was het een zwaar weekend. Zijn tweede Moto2-optreden was er een om snel te vergeten, al kan hij wel waardevolle lessen meenemen. Geen paniek voor de Nederlandse fans: veel Moto2-nieuwkomers kenden een lastige start. In Thailand bouwde Collin zijn race goed op en zat hij bij de finish binnen vier seconden van de puntenposities. Nu was het verschil zevenentwintig seconden. Veel te veel natuurlijk, maar dit soort races kunnen erbij zitten in de beginfase van het seizoen. Ook collega-rookies Ivan Ortolá en David Alonso hebben het alles behalve makkelijk, terwijl Daniel Holgado heel veel indruk maakt met twee top-tien klasseringen. Zoals ik al eerder aangaf, geef Collin in de eerste seizoenshelft de kans om te leren en fouten te maken. Daarna wordt het pas tijd om hem te beoordelen of er een duidelijke stijgende lijn zichtbaar is. De kunst voor Collin is nu om vertrouwen te houden, de leermomenten te blijven zien en oppikken, en de frustraties over het feit dat het nog niet wil lukken niet de overhand te laten krijgen. En laten wij als Nederlandse fans nou beginnen door het juiste voorbeeld te geven door het vertrouwen in onze Nederlandse coureurs te behouden.
Tot volgende week,
Asse Klein
Volg het laatste Racesport.nl nieuws ook via social media:
Facebook | Instagram | X | Threads | YouTube
Vrijwillige bijdrage
Bent u een trouwe bezoeker van deze website, bent u tevreden met het door ons gebrachte gratis te lezen motorsportnieuws en wilt u het werk van het Racesport.nl redactieteam mede ondersteunen?
Dat kan d.m.v. een vrijwillige bijdrage via de betaallink vrijwillige bijdrage Racesport.nl of door een bijdrage over te maken naar het volgende bankrekening nummer:
NL31 BUNQ 2035 9539 44 t.n.v. ES Event & Sports Promoter, onder vermelding van ‘vrijwillige bijdrage Racesport.nl’