Finishpraat: De Nederlanders doen het zo slecht nog niet

1662
Collin Veijer | Foto credit: Red Bull Content Pool

De wekelijkse rubriek Finishpraat speelt in op actualiteit, combineert verleden met heden en haalt oude herinneringen op; kortom een verhaal voor de echte motorsportfan. Deze keer schrijft Asse Klein over het succesvolle weekend voor de Nederlandse wegracesport.

Je hebt wel eens van die momenten dat je denkt: wat stellen wij als Nederland toch weinig voor in de wegrace. En je denkt dan: hoe kunnen wij het ooit opnemen tegen de Italianen en Spanjaarden die over veel meer trainings- en sponsormogelijkheden beschikken? Het verschil is er en zal er blijven, maar eigenlijk kan en mag je dit ook niet met elkaar vergelijken. Gelukkig zijn er ook veel momenten dat we ontzettend trots kunnen zijn op de Nederlandse coureur en teams in de wegracesport. Afgelopen weekend kwam dit perfect samen en was te zien dat wij als klein landje met beperkte mogelijkheden toch heel aardig kunnen meedoen op wereldniveau!







Ik was zelf afgelopen weekend bij de WK Superbikes in Assen. Daar waren er vanuit Nederlands oogpunt al prachtige dingen te zien. Zo zagen we Victor Steeman overtuigend winnen in de WK Supersport 300 klasse. In deze relatief betaalbare raceklasse hebben we sowieso al veel successen geboekt sinds de categorie in 2017 werd geïntroduceerd. Scott Deroue won al veel races en Jeffrey Buis werd zelfs in 2020 wereldkampioen. Nu lijkt Steeman één van de kanshebbers op de wereldtitel in 2022. Leuk Nederlands feitje: Steeman racet voor het Belgisch/Nederlandse MTM Kawasaki team dat de afgelopen twee jaar wereldkampioen werd in deze klasse. Dan een stapje hoger naar de WK Supersport klasse. Ik heb echt genoten van Glenn van Straalen. Wat heeft die een progressie gemaakt! In Aragon liet de coureur van het Nederlandse EAB Racing Team al zien sterk te zijn met twee vierde plaatsen, maar bij zijn thuisrace kon hij er nog een schepje bovenop doen. Helemaal op eigen kracht wist Van Straalen naar de leiding te rijden en eindigde hij uiteindelijk als tweede nadat de rode vlag was gevallen. De winst ging naar Dominique Aegerter op zijn Ten Kate Racing Yamaha, waardoor het een 1-2 van Nederlandse teams werd in deze race. Een dag later won Aegerter opnieuw voor het Nederlandse team, terwijl Van Straalen vroeg ten val kwam. Maar hij had zijn naam al definitief gevestigd na Race 1. Normaal gesproken zouden we in de WK Superbike ook Michael van der Mark kunnen zien strijden om het podium. Dat was logischerwijs door zijn blessure nu niet mogelijk, maar met een achtste plaats in Race 2 weet ik zeker dat hij het publiek heeft laten genieten. In het bijprogramma reden de WK Zijspannen en ook daar zagen we een Nederlander in de vorm van Bennie Streuer strijden om de podiumplaatsen.

Met een schuin oog heb ik zitten kijken naar de Grand Prix in Portimão. Daar hebben we dit jaar voor het eerst twee Nederlanders in de Moto2 en daarnaast ook nog het Nederlandse RW Racing GP team. Na afloop van FP1 van de Moto2 keek ik op de livetiming en kon mijn ogen niet geloven: Zonta van den Goorbergh op P1! Ondertussen zocht ik contact met onze hoofdredacteur Evert Slager die ter plaatste was en die gaf aan dat het daar met bakken uit de lucht kwam. Dat hadden we het in Assen qua weer toch beter voor elkaar 😊 Maar dat maakt de prestatie van de 16-jarige (!) coureur er niet minder om, die toch dit seizoen mij – en vast ook veel anderen – maar blijft verbazen. Dat hij nog geen punten heeft gescoord heeft vooral te maken met dat het tijdens de races nog niet meezit. Zondag mochten we vooral opgelucht zijn dat er niet zwaar geblesseerd is geraakt bij de gigantische crash in de Moto2 race. Maar als Van den Goorbergh zo doorgaat, gaan die punten er zeker komen. En zo niet, dan wordt het sowieso een goed leerjaar. Dan hebben we natuurlijk ook nog Bo Bendsneyder, die bezig is aan zeer stabiel seizoen, nadat hij kort voor de eerste race zijn sleutelbeen brak. Zijn doel was voorafgaand aan 2022 om constant in de top-tien te finishen. Je kan zeggen wat je wilt, maar dat is hem in de laatste drie races wel gelukt en daar gaat het uiteindelijk om! Ik denk dat Bendsneyder zijn beste circuits er nog aan gaan komen, dus wie weet wat er nog meer mogelijk is.

Maar dan als klap op de vuurpijl werd zondagavond – vanwege het uur tijdverschil met Portugal – nog de tweede Red Bull MotoGP Rookies Cup race verreden. Collin Veijer is daar onze Nederlandse troef. Het is voor de 17-jarige coureur een belangrijk jaar om zijn echte doorbraak te realiseren om zich zo klaar te stomen voor een mogelijk Grand Prix debuut in 2023. De trainingen op een natte baan verliepen moeizaam, maar op een droge baan kwam de echte Veijer naar boven. In de eerste race pakte hij al zijn eerste podium in de talentencompetitie van de Grand Prix. Maar in de tweede race zagen we Veijer – in het mediacentrum van TT Circuit Assen samen met andere Nederlandse journalisten en fotografen – uiteindelijk als winnaar uitgeroepen worden. Genieten! Als dit het jaar van de waarheid is voor Veijer, dan is hij er in ieder geval zeer goed aan begonnen. Een geweldig einde van een prachtig Nederlands motorsportweekend.

Wat mist er dan nog? Wat de Nederlandse motorsport nog een boost zou geven is natuurlijk een rijder – en natuurlijk het liefst een toprijder – in de MotoGP. Kijk maar naar de Formule 1 wat Max Verstappen teweeg heeft gebracht. In de wegracesport komt nog regelmatig de term “De Grote Drie” voorbij. Deze gezamenlijke bijnaam stond voor Wil Hartog, Jack Middelburg en Boet van Dulmen, die eind jaren 70 en begin jaren 80 ieder minimaal één Grand Prix in de 500cc – de koningsklasse – wisten te winnen. Het zou mooi zijn als ooit weer eens kunnen spreken over een hedendaagse versie van “De Grote Drie”. Op dit moment zijn daar nog geen directe kandidaten voor in beeld, maar afgelopen weekend hebben we ook gezien hoe snel dingen kunnen veranderen. Mijn overall conclusie na aflopen weekend: we doen het zo slecht nog niet!

Tot volgende week,
Asse Klein