MotoGP: Een paar vragen aan Jasper Iwema

446

Nadat we de afgelopen jaren al aardig wat Nederlanders in de Grand Prix’s in actie hebben kunnen zien is het voor 2009 en mogelijk verder de beurt aan Jasper Iwema. Ben Looijen onderwierp de jonge Drent aan een vragenvuur.

11. Wat vind je van de Nederlandse motorsport in het algemeen, zijn er genoeg mogelijkheden voor de jonge rijders vergeleken met landen als Italië en Spanje?
In principe zijn er voor de Nederlanders gelijke mogelijkheden als voor Italianen en Spanjaarden. Alleen moeten de Nederlanders er veel meer voor doen om ook gebruik te kunnen maken van die mogelijkheden. Wil een Italiaan of Spanjaard racen, dan zijn er circuits en racescholen genoeg in de buurt. Een Nederlander moet daarvoor naar het buitenland. Eerst bijvoorbeeld richting Duitsland en in een later stadium richting Spanje en Italië. De landen waar bij wijze van spreke elke dag geracet kan worden. Hier in Nederland is dat veel moeilijker, er is maar één echt racecircuit en het weer is er bijlange na niet naar om elke dag te kunnen trainen. Dus om als Nederlandse coureur uit te groeien tot een top coureur dat op wereldniveau goed presteert is er geld nodig. Geld om gebruik te maken van de mogelijkheden in het verre zuiden.







Dan vraag je je natuurlijk af, dat geld is er want er zijn jonge Nederlandse coureurs die richting Spanje en Italië gaan om te racen. Ja dat klopt, alleen niet elke Nederlander krijgt zo makkelijk een kans om aan dat geld te komen en om vervolgens aan een team te komen dat richting Spanje wil als bijvoorbeeld de Spanjaard zelf. Want zoals de Nederlanders op jonge leeftijd zonder enige moeite kunnen gaan schaatsen of voetballen kunnen Spanjaarden gaan racen. Het kost natuurlijk wel iets meer dan een paar schaatsen of voetbalschoenen maar het blijft in verhouding tot een Nederlander een lage uitgavenpost. Waardoor er meer Spanjaarden gaan en kunnen racen dan Nederlanders. Op die manier is er een groot aanbod aan coureurs in Spanje en dus ook meer kans om talent eruit te halen door het grote aanbod en aan goede ontwikkelingsmogelijkheden.

Los van het trainen heeft een jonge Nederlandse coureur, die de mogelijkheid krijgt om ervaring op te doen in Italië en Spanje, natuurlijk net zoveel kansen als bijvoorbeeld een Italiaan of een Spanjaard op fysiek en mentaal gedeelte. Daar valt niet over te discussiëren.

Maar het blijkt wel dat er niet genoeg mogelijkheden zijn voor een Nederlandse coureur, om binnen Nederland, met een relatief gezien lage uitgavenpost, het talent te ontwikkelen of te ontdekken binnen bepaalde racescholen.

12. Wie is je grote voorbeeld in de motorsport en waarom?
Giacomo Agostini, omdat hij een fantastisch motorcoureur was en ik heb enorm respect voor hem dat hij het voor elkaar kreeg om in meerdere klassen succesvol te zijn in een zelfde jaar. Andere grote voorbeelden van mij zijn Kevin Schwantz, Marco Melandri en, ja ja je kunt er eigenlijk niet omheen, Valentino Rossi. De laatstgenoemde coureur is en blijft voor veel motorliefhebbers, maar ook coureurs een voorbeeld. Hij is gewoon een topcoureur die veel kan. Hij is niet voor niets achtvoudig Wereldkampioen. Wat ik enorm goed vind aan hem, is dat hij de "mentale oorlog" perfect uitvoert.

13. Je vader reisde vroeger al menig GP af in de tijd van Wil, Boet en Jack. Is hij er nu ook bij en komt je liefde voor de sport via hem?
Klopt, ja door mijn vader is de liefde voor de sport wel ontstaan. Hij nam me altijd mee naar de TT en Superbike. We gingen op fiets heen en keken de races vanaf de Stekkenwal. Totdat ik een keertje bij de coureurs wilde kijken. Ik liep vanaf de Stekkenwal naar de paddock en ging vervolgens op handtekeningjacht. Foto’s en vele andere souvenirs werden er opgescharreld, jaar in, jaar uit. De liefde voor de sport werd groter en groter. Totdat ik op een ONK wedstrijd een opstapdag voor minibikers zag (2002). Na dat eenmaal uitgeprobeerd te hebben was ik helemaal verkocht en wilde ik motorcoureur worden. Dromen….dat deed ik. Tot dat moeders zei: ‘Als je wereldkampioen wilt worden, ga je droom dan achter na’. Niet in haar achterhoofd dat het nog wel eens flink uit de hand kon gaan lopen en flink veel geld kon gaan kosten. Mijn moeder heeft vervolgens informatie aangevraagd via de KNMV. Zo ben ik door mijn liefde van de sport dat ik van me vader kreeg en het doorzettingsvermogen en steun wat ik van mijn moeder kreeg begonnen aan mijn eerste raceseizoen in 2003 op de minibike. Gelijk dat eerste jaar werd ik 5e bij de junioren. 2004 moest ik overstappen naar de senioren en werd daar Nederlands kampioen. Vervolgens werd de overstap gemaakt naar het echte werk. Een 125cc JuniorCup motor kwam er in 2005. Gelijk mijn eerste jaar werd ik opnieuw Nederlands kampioen. In 2006 maakte ik de overstap naar de 125cc bij het Abbink Bos Racing team. Het team waar ik nu nog bij zit. In de periode 2006-2008 heb ik veel geleerd in de Spaanse, Duitse en Nederlandse competities. Ik heb zoveel progressie geboekt dat ik nu, 2009, met dit team (binnen een ander team) de overstap ga maken naar het WK 125cc. Daarmee bereikte ik mijn eerste doel en ga ik verder op weg naar wat mijn moeder me ooit meegaf. Dus ik blijf mijn droom achter volgen!! Al die tijd kreeg en krijg ik alle steun van mijn moeder, mijn vader, maar ook van mijn broertje en een ander belangrijke man die me de mogelijkheid gaf mezelf te ontwikkelen en die van mij een wereldkampioen aan het maken is: Jan Abbink. Natuurlijk zijn er nog veel meer mensen, waar ik aan te danken heb, waar ik nu sta.

Maar weer even terug op het antwoord op de vraag…
Vanaf 2003,het jaar dat ik begon met race, is mijn vader bijna alle races mee geweest. Sommige wedstrijden in Spanje werden net even te gek om te kunnen combineren met het werk. Mijn moeder is wel al vanaf 2003 bij alle races aanwezig geweest. Ze heeft een wedstrijd, met heel veel moeite, moeten missen. Nu, 2009, het jaar dat ik WK ga rijden, word het allemaal een beetje moeilijker. Zowel mijn vader als mijn moeder zullen niet bij alle races aanwezig kunnen zijn. De races overzee kosten veel geld en je bent lang van huis weg. Een moeilijke taak om te kunnen combineren met het werk. Binnen Europa zal mijn vader wel veel aanwezig zijn. Mijn moeder zal alle Europese races er bij zijn, ook in verband met het koken voor het hele team en de gasten. De overige races zullen ze met spanning moeten toekijken vanaf de bank voor de tv.

14. Het leven bestaat niet alleen uit motorsport, wat doe je in het dagelijks leven en wat zijn je hobby’s?
Nou ja, het grootste gedeelte wel hoor. Ik zit nog op school. Ik doe een HBO studie, Sportmarketing, op de Johan Cruijff University in Amsterdam. Ik krijg dit jaar, net als onder andere schaatsster Annette Gerritsen een individueel traject aangeboden. Op die manier kan ik de studie perfect combineren met het GP seizoen. In mijn vrije dagen die ik dan nog over heb werk ik bij Jan Abbink. In Jan z’n metaal bedrijf sta ik dan achter de zaagmachine of ik breng vrachtjes met de bus rond naar de klanten toe. Verder zijn mijn hobby’s: Schaatsen, skeeleren, fitnessen, mountainbiken en tafeltennissen. Op tv kijk ik verder graag naar sporten als schaatsen, voetbal, wielrennen, tennis, zwemmen en skiën.

15. Ik hoorde in de wandelgangen dat je nog al geliefd bent bij het vrouwelijk schoon, vertel daar eens wat meer over, heb je een relatie?
Haha, is dat zo?? Nee, heb verder geen relatie, omdat ik eigenlijk altijd weg ben voor de motorsport. Zeker nu ik GP’s ga rijden. Ik wil eerst mijn doelen halen in de motorsport, daar staat veel tegenover en er word een hoop geld in mij gepompt. Dus ik ga eerst afmaken waar ik aan begonnen ben. Een relatie is dus iets wat ik pas op langere termijn wil…

16. Oke, terug naar de sport, wanneer stap je weer op de motor en waar is dat?
Waarschijnlijk begin maart en dat zal dan op Valencia, Barcelona en Estoril worden. Daarna volgt de IRTA Test.

17. Wanneer rijd je dit jaar voor het eerst in Assen en mag ik dan bij je op bezoek komen om een paar plaatjes te schieten zodat we dit interview aan kunnen vullen met wat foto’s?
De Dutch TT in juni z
al voor mij de eerste keer op Assen zijn dit jaar. Natuurlijk is het dan geen probleem om langs te komen voor wat plaatjes en overig aanvullend materiaal voor het interview.

18 Jasper, Ik, en ik denk met mij heel motorsport minnend Nederland wenst jou heel veel succes in je eerste GP jaar en stiekem hopen we op een WK puntje, doe je best!
Ha ha dank je;) of meerdere puntjes natuurlijk!!!