Claudio Domenicali, de baas van de raceafdeling van Ducati, is van mening dat er een belangrijke rol is weggelegd voor Sete Gibernau bij het terugpakken van de wereldtitel.
Na in 2007 met overmacht hun eerste wereldtitel te hebben veroverd kreeg Ducati in 2008 te maken met een herrezen Valentino Rossi. In een poging de titel weer terug te halen zet Ducati het komende seizoen vijf machines in: twee fabrieks Ducati’s, met Casey Stoner en Nicky Hayden, en drie satelliet Ducati’s met Mika Kallio, Niccolò Canepa en Sete Gibernau.
Voor die laatste naam ziet Ducati baas Claudio Domenicali een belangrijke rol weggelegd. De Spanjaard, die in 2006 voor het Ducati fabrieksteam reed, won in zijn carrière negen races en werd twee keer vicekampioen en Domenicali is van mening dat zijn ervaring van onschatbare waarde is voor de ontwikkeling van de met een carbonfiber frame uitgeruste GP9.
"We hebben een goede relatie met Sete en we zijn blij dat hij weer op een van onze motoren zit. Hij is een ervaren rijder en zijn mening zal voor ons zeer waardevol zijn," vertelde Domenicali. "Het feit dat hij in een satellietteam rijdt maakt niet uit want de machines zullen niet veel van elkaar verschillen, daarnaast hebben we technici van de fabriek in zijn team waardoor we de gelegenheid hebben om test na test en race na race feedback te krijgen. Ik denk dat dat een groot voordeel is want hoe meer coureurs hoe meer feedback."
"Natuurlijk moeten we er voor zorgen dat we niet in de war raken want meningen verschillen natuurlijk en daarom is het aan Filippo Preziosi om te bepalen welke kant we met de ontwikkeling op gaan."
