De uitbraak van het coronavirus en het daardoor niet doorgaan of het verplaatsten van een aantal Grand Prix weekenden zorgt niet alleen voor teleurstellende gezichten bij de fans, voor veel betrokken partijen – waaronder de Moto2 en Moto3 teams zijn – zijn de gevolgen op financieel en economisch vlak groot. De IRTA overweegt in deze noodsituatie de getroffen teams te hulp te schieten.
De corona pandemie blokkeert momenteel het organiseren van verschillende motorsport evenementen waaronder het MotoGP wereldkampioenschap. Nadat de Moto3 en Moto2 klasse nog hun eerste race van het seizoen in Qatar volgens plan af konden werken zijn inmiddels de Grand Prix weekenden in Thailand, Amerika, Argentinië als ook In Jerez de la Frontera uitgesteld of verplaatst naar een datum later in het jaar. De kans dat het hierbij zal blijven is zeer klein, de verwachting is dat sowieso ook de Grand Prix weekenden in Le Mans, Mugello en op Circuit de Barcelona-Catalunya niet op de geplande data verreden zullen worden.
Het is momenteel niet zeker wanneer en waar het kampioenschap zal beginnen. Dorna CEO Carmelo Ezpeleta wil positief blijven, maar velen denken dat juni op dit moment een te positieve en te optimistische voorspelling is. Het moge duidelijk zijn dat hoe langer de start van het seizoen duurt en hoe meer races er verplaatst zullen worden, de financiële problemen zich op gaan stapelen. Met name voor de minder financieel daadkrachtige Moto2 en Moto3 teams is het momenteel de vraag hoe zij het uitstellen en verplaatsen van met name de overzeese races (Thailand, Austin en Argentinië) financieel op kunnen vangen. De teams hebben voorafgaand aan het seizoen namelijk allemaal hun reis- en verblijfkosten voor deze Grand Prix weekenden reeds betaald – en dan praat je al snel over bedragen tussen de 100 en 150 duizend euro. Annuleren is er in deze situatie vaak niet bij en waar haalt men aan het einde van het seizoen nogmaals 100 tot 150 duizend euro vandaan om deze reis- en verblijfkosten nogmaals te betalen, en dan laten we de sponsors die door deze crisissituatie niet aan hun verplichtingen meer kunnen voldoen en het doorbetalen van het personeel terwijl de IRTA-vergoeding* per raceweekend niet komt nog maar achterwege.
Mike Trimbey – IRTA: “We erkennen de moeilijkheden waarmee alle teams momenteel worden geconfronteerd. Sommigen zullen meer dan schade en tegenslagen ondervinden dan anderen, maar ons doel is om niemand in de steek te laten in deze noodsituatie. We werken op dit moment aan een manier om ondersteuning te bieden aan alle teams, op basis van een vast bedrag per coureur. Dit zal hen in deze moeilijke tijd moeten helpen. Wat betreft het kampioenschap, we volgen de situatie op basis van de ontwikkelingen van deze pandemie en de maatregelen die door de autoriteiten worden getroffen. We zullen proberen om dit seizoen nog zoveel mogelijk evenementen te organiseren. Natuurlijk is het op dit moment bijzonder moeilijk om nog een kampioenschap met 20 Grand Prix weekenden te organiseren, maar tot op dit moment is er nog geen enkel evenement in zijn geheel geannuleerd. We staan dan ook voor een moeilijke uitdaging, maar we kunnen met trots zeggen dat de competitie dit seizoen geweldig is, dat hebben we kunnen zien bij de recente wintertesten waar de rondetijden heel erg dicht bij elkaar lagen. Daarnaast hebben we in Qatar kunnen genieten van twee prachtige races in de Moto2 en Moto3 klasse. We hopen eenieder dan ook snel weer te zien op de circuits.”
*De Moto3, Moto2 en MotoGP teams ontvangen per Grand Prix weekend een vast bedrag van de IRTA als (start) vergoeding. Als er niet gereden wordt, dan krijgen de teams deze vergoeding dus ook niet uitbetaald terwijl de gebruikelijke vaste kosten als personeel etc. wel gewoon doorlopen.